Arti & Amicitiae

Tomorrow Never Knows is een experimenteel tentoonstellingsmodel waarin de bezoeker kennismaakt met vele facetten van de kunstwereld van nu.

Tijdelijk is Arti een meta-platform met een veelzijdig programma van actuele kunst met vele publieksactiviteiten. In de zeven zalen van Arti wordt ruimte geboden aan kunstenaars, radiomakers maar ook aan een kunstverzamelaar, een blogger en een galeriehouder in de rol van gastcurator. Performances, site-specific installaties. De tentoonstelling opent op 5 juni 2015 en loopt tot en met 3 juli 2015.

Verzamelaar Alexander Ramselaar presenteert werk van Ronald Cornelissen, Anya Gallaccio, Dolores Marat, Daniel Gustav Cramer, Edward Burtynsky, Lara Almarcegui, Philip van Wolputte en Beat Streuli.

Op uitnodiging van Arti Et Amicitiae heeft verzamelaar Alexander Ramselaar (1968) een ruimte ingericht binnen de tentoonstelling Tomorrow Never Knows. De basis van de presentatie wordt gevormd door een ruimtelijke ingreep van Ronald Cornelissen (1960). De installatie O.Giro Down is een donkere houten constructie die als drager dient voor sculpturen van karton, papier-maché en een geluidstrack. De buitenkant van de sculptuur refereert door het gebruik van alledaagse materialen en de vormentaal aan architectuur en/of meubels. Binnen in de kartonnen sculpturen bevindt zich een wereld die iets nachtmerrieachtig heeft en ook lijkt te verwijzen naar de manier waarop in het verleden de hel werd verbeeld.

Het geluidswerk in de installatie bestaat uit een Babylonische remix van de preek Black Diamond Express Train To Hell van de Amerikaanse dominee A.W. Nix. Deze preek, die op 23 april 1927 werd opgenomen, neemt de luisteraar mee op een treinreis langs elf stations naar de hel, elk genoemd naar ondeugden zoals we die ook tegenkomen in de Inferno van La Divina Commedia van Dante Alighieri, maar ook, buiten de Christelijke context, in bijvoorbeeld het islamitische boek de Miraj Nameh*.

Streuli New York 2000Opvallend zijn de actuele verwijzingen die zowel Nix in zijn preek als Dante in zijn boek gebruiken. Bij Dante zijn die in het geval van Inferno ook nog erg politiek van aard. De genoemde ondeugden zijn dus van alle tijden en komen overal voor. In de volksmond en door bepaalde politici worden deze tekortkomingen in heden (en verleden) vaak gebruikt om immigranten mee te karakteriseren. Vandaar dat binnen deze installatie de treinreis dan ook te beschouwen is als metafoor voor de vaak erbarmelijke omstandigheden waarin immigranten van buiten de Europese Unie verzeild raken als ze er in slagen Europa te bereiken.

Op een stapel van 11 grote kartonnen platen boven op het beeld zijn, onzichtbaar voor de toeschouwer, fotokopieën geplakt van oude postkaarten van de herkomstlanden van de verschillende groepen immigranten die momenteel in Europa hun geluk beproeven of een veilig heenkomen zoeken. Deze postkaarten stammen nagenoeg allemaal uit de tijd dat een groot deel van die landen nog Europese kolonies waren. Een klein boekje (met daarin ook de preek van Nix uitgeschreven), is de enige aanwijzing dat deze afbeeldingen in het beeld zijn opgenomen er zijn. Ook de (religieuze) beeldelementen aan de binnenkant van de sculptuur (hel) zijn niet rechtstreeks waar te nemen: ze zijn te zien via deurspionnen of een antidiefstal spiegel, vervormd dus eigenlijk.

AUS_SLO_02_07_TEMPO.Giro Down wordt geflankeerd door fotowerken uit de verzameling van Alexander Ramselaar. Samen met Ronald Cornelissen selecteerde hij werken die reflecteren op de relatie en ondoorgrondelijke wegen van mens, natuur en mysterie. De mens die zich zeker waant in de cocon van het vertrouwde alledaagse leven, de aarde exploiteert, probeert te ontcijferen, zelfs naar zijn hand tracht te zetten. Tegelijkertijd is er de onverzettelijkheid en eindeloosheid van de natuur, die incasseert, reageert en regeert met zichtbare en onzichtbare kracht. Blijft het mysterie waarom de verschijnselen zijn zoals ze zijn en waar de ‘reis’ heen leidt…….

 *The Miraj Nameh in the National Library of France, is an Islamic manuscript created in the fifteenth century, in the workshops of Herat in Khorasan (modern Afghanistan). The most important text in the book is one of many redactions of the story of The Miraculous Journey of Mohammed, which tells of the Isra and Mi’raj or night journey, including the descent of Muhammad to hell. The text was composed by the poet Mir. The manuscript is illustrated with sixty-one Persian miniatures; like other Mi’raj manuscripts, these include depictions of Muhammad.

 

Monshouwer editions schreef over de tentoonstelling op haar blog:

Een ingetogen helletocht
Maar die grimmigheid slaat in de zaal die Alexander Ramselaar onmiddellijk om in enthousiasme. Ook hier vooral moderne fotografie, uit de serie Water van Edward Burtynsky, van Dolores Marat, van Anya Gallaccio, maar alles wordt perspectief getrokken door de installatie O.Giro Down van Ronald Cornelissen. Het gaat om een groot bouwwerk van kartonnen platen met enkele vreemde accenten, zoals een prachtige auditieve constructie, een bolle spiegel, en een doorkijkje. Deze trage platte installatie met vele verborgen betekenissen gaat een spannende relatie aan met de foto’s aan de wand. Er ontstaat zelfs een relatie met de installatie van Sachi Miyachi in de volgende zaal.

Het werk van Ronald Cornelissen lijkt abstract. Maar het geluid is een mix van de Black Diamond Express Train to Hell, van de Amerikaanse Dominee A.Nix die in 1923 een opsomming geeft van alle zonden die leiden tot een hellevaart. Nix heeft obsessief alle zonden verzameld van Dante tot Miraj Nahmeh (een 14e-eeuwse islamitische schrijver) en Cornelissen verbindt deze met reeksen namen van immigranten die hij ergens in het werk verborgen heeft.

De presentatie van Ramselaar leert je ook iets over de fotografie. Vaak vind ik foto’s saai, omdat de fotograaf om stijlvast te zijn steeds dezelfde technische trucks moet herhalen. Dat gaat ten koste van de inhoud die alleen bewaard blijft wanneer de context de betekenis versterkt. Dat laatste is in deze presentatie het geval. Esthetiek en ethiek van het werk van Cornelissen maken dat de foto’s hun inhoud behouden en naar echte activiteiten van echte mensen verwijzen. Overigens is er één fotograaf die aantoont dat dit ook alleen met foto’s kan, Philipe van Wolputte. Ik was zeer onder de indruk van dit werk, en als ik na ga wat hij verder heeft gedaan, blijkt hij een creativiteit en wendbaarheid te bezitten die de inhoud van zijn werk niet laat verdwijnen on de stilering, maar versterkt.

rewiringbw