2016 – 2017: Myanmar

Woensdag 14 december 2016: Rotterdam – Mandalay

Vroeg de straat op! In de kou met een lichte drizzle trap ik de eerste kilometers van een nieuw fietsavontuur tegemoet gewoon in het vertrouwde Rotterdam. Centraal Station ligt er verlaten bij op dit uur. Wel een leger van maar liefst acht conducteurs op de been dat de kaartjes van de vijf treinreizigers al op het perron wil controleren! Naar Schiphol zwelt het aantal reisgenoten aan. Vroege vogels die straks aan de slag moeten.

Irma regelt fietsdozen, ik ga met inbussleutels aan de gang en maak de fietsen reisvaardig. Het gaat allemaal snel en geroutineerd. Inchecken, douane door, nog iets van een ontbijt, een stapel knisper verse dollars bij de bank (voor minder doen Myanmarezen het niet!) en de luchtbus in. Singapore Airlines brengt me gelijk in Oosterse sferen. Het geluid van de straalmotoren zwelt aan, Amsterdam hult zich in nevelen. Dag Nederland!

De afgelopen weken waren druk, maar inspirerend. Goed en constructief gewerkt met fijne mensen en op de valreep een leuke klus erbij: terug naar de boeiende wereld van projectontwikkeling, maar nu vanuit het perspectief van cultuur en creativiteit. Eigenlijk een cirkel die plots als rond voelt. Een rol die ik voor mezelf verder ga exploreren.

De vlucht is lang, dik twaalf uur naar Singapore. Na een voedzame lunch brengt het tijdverschil donkerte in het vliegtuig. Ik dommel wat, maar pak al snel mijn laptop om nog wat zaakjes uit te werken. Kan ik die mooi straks versturen. Zo gaat de tijd best snel.

Wel een aparte wereld in een vliegtuig. Buiten is het min 50 graden. Op mijn schermpje zie ik de wereldbol met plaatsnamen. Groznyy, Bhopal, Bagdad, steden met een geschiedenis, afgewisseld met Gerco de Ruijter-achtige beelden door de ramen van de cockpit. Abstracties van een voortrazende werkelijkheid. Ik plot de plaatsen van nieuwe brandhaarden waar de hedendaagse tragedies plaatsvinden, maar zie ook steden en regio’s waar ik met plezier en fascinatie voet- en bandensporen heb liggen.

Singapore! Changi Airport. Vijfentwintig jaar terug was ik hier met Peter. Mijn eerste Verre Oosten-trip. Fietsen in Noord-Thailand en Sumatra. Met Fons fietste ik in 2001 door Vietnam, Laos en wederom Noord-Thailand. Met Irma in 2004 in Cambodja. Nu Myanmar, het vroegere Burma. Net als Laos lange tijd afgesloten geweest van en voor de buitenwereld. Nu al wat jaartjes opening up, in een hoog tempo! Ik ben vol verwachting.

Van de vlucht naar Mandalay maak ik weinig mee, moet van ver komen bij aankomst. Het nachtje dat ik doorgetrokken heb eist z’n tol. De fietsdozen rollen vrijwel ongeschonden van de band, een lift is snel geregeld. De eerste indrukken, die me zo vertrouwd aanvoelen. Fietsjes in elkaar zetten, een biertje op het dakterras bij een invallende duisternis met zicht op Mandalay, Oosterse geuren vermengd met uitlaatgassen die uit de straten opstijgen. Ja, ik ben in een andere wereld. Morgen fietsen, eerst lang en vooral diep slapen! Ik heb wat in te halen van de afgelopen dagen.

Vrijdag 16 december 2016: Mandalay – Sagaing

Gisteren donderde ik aan tafel zowat in slaap. Ik heb het klokje bijna helemaal rond geslapen! Acht uur op, mooie tijd. Ontbijten, fietstassen wat herschikken en de straat op! En hoe. Direct een prachtig marktje met verse vis en groenten en een drukte van belang. Met het stinkende verkeer mee richting het Koninklijke Paleis. De chauffeurs zijn uiterst hoffelijk, ook als ik vanaf de vluchtstrook van een vierbaansweg links voor wil sorteren! Het paleis is wel mooi, een reconstructie. Het ademt rust, kent fraaie detaillering in het houtwerk. Wel grappig met al die plichtplegingen alvorens ik het terrein mag betreden en verboden gebieden voor buitenlanders!

Met pocket earth op de iPhone fietst Irma voorop door leuke straatjes en buurten. Het gehamer en gekletter van de ambachten, kokende pannen op open vuren met kruidige geurwalmen, het familieleven dat zich langs en op straat afspeelt. De vriendelijkheid van de mensen. Ja, ik fiets weer in het Zuidoost-Azië, een deel van de wereld waar ik me erg op mijn gemak voel en het fietsen fijn is. Een blauwe lucht, circa 25 graden en niet al te luchtvochtig. Ik zweet niet merkbaar.

Vlakbij een van de belangrijkste bedevaartsoorden van Myanmar wordt stratenlang langs de weg gewerkt aan grote sculpturen van Boeddha. Het ziet wit van het slijpsel. Mannen zijn druk bezig met het polijsten van het marmer. Over een meer loopt een van de oudste en langste teakhouten bruggen ter wereld, de U-bein. Toch even de moeite waard om een kijkje te nemen.

Langs de oevers van het meer lijkt het wel een centrum van textiel. Overal weverijen. Het geronk en gebonk van de machines echoot door de straten. Bont gekleurde garens hangen in de buitenlucht te drogen. Ietsje verder ligt het onderkomen voor de nacht. Een anoniem hotel. Inschrijven in het register gaat met drie velletjes carbon. ’s Avonds eten bij een stalletje op straat, smaakt goed en nog een biertje in een hotelbar. Vroeg slapen! Morgen een lange dag.

Afgelegde afstand: 35 kilometer – Cumulatieve afstand: 35 kilometer

Zaterdag 17 december 2016: Sagaing – Monywa

Te laat op! Kwartoveracht, ik dacht dat de wekker om zeven uur zou gaan! Een flinke fietsdag voor de boeg, vandaar mijn onrust. Dan is het altijd lekker de tijd aan m’n zijde te hebben. Even vrees ik dat het ontbijt geen basis zal leggen voor de dag. Ik ontwaar witte sneetjes brood, aardbeienjam en oploskoffie….. te weinig voor een fietser! Niets is minder waar. Al snel komt uit de keuken een gebakken eitje, stukjes papaja en banaantjes. Perfect!

Even over negenen. Het straatleven is al in volle gang. Het weer is zo aangenaam. Nog even wat water halen, klaar voor de start. Gisteren was het meanderen door Mandalay, vandaag wordt een echte fietsdag. Relatief vlak, wel een hoop kilometers te maken. Het gaat direct lekker met de stroom van het verkeer mee. Maar wat een uitstoot van CO2! Vooral sommige vrachtwagens trekken een spoor van zwarte roetdampen achter zich aan. Het hoort erbij. Bepaald gezond voelt het niet!

Het is een fascinerend geheel waar ik door heen fiets. Mannen en vrouwen zonder helm op de bromfietsen, vriendelijk lachend, soms een kind achterop of ‘veilig’ tussen de armen van paps of mams, soms de bagagedrager volgeladen met handelswaar. Vers van de akkers of van of naar de markt. In de berm trekken ossen zwaar beladen karren. En een lint van leven aan weerszijden van de weg completeert het beeld. Ambachten, stalletjes waar de dampen opstijgen, winkels. Ik geniet.

De stad uit wordt het rustiger. Ik fiets in een mooie cadans, neem af en toe slok water en trap door. Plots pang! Shit, dat moet een spaak zijn. Ja hoor, er is er eentje midden door. Nog nooit meegemaakt! Mmm, niet fijn…. Ik heb nog nimmer een spaak vervangen, laat staan een slag uit een wiel gehaald. Dat gaat vast de nodige tijd kosten. In een plekje in de schaduw lukt het wonderwel snel. Vorige week kocht ik in Amsterdam nog twee Fiber-Spokes, noodspaken van een soort kevlar of dyneema. Het werkt perfect. Blij dat ik ze bij me gestoken heb.

Terug op de weg ben ik waakzaam en moet m’n vertrouwen in eigen kunnen en ros herwinnen. Wel raar, spaakbreuk. Zou niet mogen. Misschien dat er vorig jaar op die geweldige maar ruige trip over de keienpaden langs de Algerijnse grens toch een steen of wat tegen aan geknald is. Ik laat het gaan en geniet weer van de omgeving en het fietsen.

Lunchtijd. Bij een kruispunt is vaak wel wat te doen. Ook hier. In gebarentaal maak ik duidelijk dat we wat willen eten bij een stalletje. Zitten en kijken wat er van komt! Twee borden rijst en een keur aan schaaltjes met gerechten. Dat smaakt goed. Een soort pompoen die lekker gekruid is, groene boontjes met hete pepers, gestoofd rundvlees. Erg smaakvol. De salade met een sausje raak ik maar niet aan, te link. Het is allemaal lauw, maar ik vertrouw er op dat het z’n garing heeft gehad. Gisterenavond was ook al zo lekker. Als dit de voorbode is van het eten de komende weken, dan ben ik helemaal tevreden. In Vietnam en Laos keek ik tijdens het fietsen altijd al uit naar de lunch en avondeten! Dat maakt het fietsen ook zo leuk. Ik neem deel aan het dagelijkse leven, ben net als de lokale bevolking een weggebruiker, proef en zie de dingen die zij doen…… Heel wat anders dan aangewezen zijn op voorgekookte toeristenroutes en uitstapplaatsen!

In zo’n stalletje langs de weg kom ik ogen te kort. Kennelijk leeft de familie hier als ik een glimp opvang van de bamboebedden naast de keuken. Opa, oma, paps en mams runnen de boel, maar ook de kinderen helpen een handje (kinderarbeid?). De voorzieningen zijn minimaal. Alles wordt op hout gestookt, dat aan de overkant van het kruispunt verkocht wordt. In een pan kokend water, waarmee de kannen voor thee op de tafeltjes voorzien worden, nieuwe gerechten staan te pruttelen. Waar het water vandaan komt weet ik niet, maar misschien wil ik dat liever ook zo houden.

Asfalteren gaat hier duidelijk anders dan in Nederland. Langs de weg staan kokende oude oliedrums met pek. Een kluwen aan Myanmarezen loopt af en aan met emmers vol kiezels, ze strooien het uit waarna het nieuwe wegdek wordt uitgegoten. Trump zou hier eens langs moeten komen. Weg met de mechanisatie, weg met de werkloosheid! Terug naar de oude tijden van de noeste zware arbeid! Ontkenning van een voortrazende tijd.

Back to the road! De zon staat op haar hoogst, maar het blijft aangenaam. Ongemerkt zweet ik wel wat liters weg, maar zorg ervoor dat ik het bij drink. De kilometers vliegen onder mijn banden door. Ook Irma trapt dapper door. Het voelt als een inwisselbaar landschap. Het asfalt, het verkeer, de bomen langs de weg, de akkers in het groen en dorren tinten. Dit zou ook Kenia, Noord-Amerika of zuidelijk Europa kunnen zijn. Maar als dan een kar met ossen de weg op rijdt is het plots schilderachtig mooi. Soms stinkt het behoorlijk langs de weg. Ah…. varkens vreten zich aangelijnd in de berm rond!

Af en toe een stop. Benzinestations zijn er in overvloed. Ik kan het niet anders uitleggen dan dat de economie heel lokaal moet zijn waarbij gemotoriseerd vervoer niet heel grote afstanden aflegt? Een slok water, een stuk chocola (ik stak twee dikke repen Tony Chocolonely bij me vanuit Nederland!) en weer voort! Soms werp ik een blik op de Fiber-Spoke…… ’t is net of mijn fiets een verbandje heeft!

Het schemert al als ik Monywa binnen rij. Done! Onder de douche spoel ik het zout van mijn lijf en trakteer mijn fietskleding van vandaag op een grondige sop-beurt. Dan ruikt het morgen tenminste weer enigszins fris! Naast het hotel zit een drukke eettent met smakelijke gerechten. Hele varkenspoten komen voorbij! Overal bier en whisky op tafel! Irma en ik pakken het iets bescheidener aan. Lekker eten, flink gekruid en heet. Vroeg slapen, morgen wordt weer een flinke dag fietsen. Myanmar, ik ben er!

Afgelegde afstand: 110 kilometer – Cumulatieve afstand: 145 kilometer

Zondag 18 december 2016: Monywa – Pakokku

Half zeven op, ontbijt en weer de baan op! Zo voelt het…… mee in de stroom van de brommers en andere weggebruikers. De geluiden van de verschillende motoren kan ik inmiddels wel dromen! Een ding hebben ze gemeen, ze produceren vieze uitlaatgassen. De route gaat de eerste twintig kilometer terug over dezelfde weg als gisteren. Bekend terrein dus. Het gaat lekker. Dat ik gisteren zoveel gefietst heb merk ik nu eigenlijk weinig van. De lucht is wat bedrukter, het blijft lang koel.

Na veertig kilometer wordt het ruraal. Af en toe een nederzetting, weinig verkeer, mooi fietsen. De bomen overgroeien de weg, dat geeft een weldadige schaduw. De aarde kleurt diep oranje. Het frisse groen steekt er mooi tegen af. Op een brug is het tijd voor een stop. Water, de laatste stukken Tony Chocolonely. Lekker de tijd aan m’n kant te weten vandaag. De dag is lang, maar met af en toe van dit soort rustmomenten goed te doen. Ik fotografeer wat van mijn medeweggebruikers.

Voort! Irma ontwijkt ternauwernood een slang die op de weg cirkelt. Een lange sliert, gifgroen! Indrukwekkend, ze zitten dus echt verscholen in de struiken langs de weg!

Ik geniet, nog meer dan gisteren. Wat voelt dit land weldadig aan. En wat voel ik me toch altijd op mijn gemak in dit deel van de wereld. Lunchtijd, er zit hier altijd wel iets langs de weg. Mie met groenten dit keer en ach, nog maar een fles water erbij. De beentjes even rust.

Net als gisteren is het een lange dag, maar het gaat moeiteloos. Nu zie ik een grotere slang die tussen mij en Irma de weg over kronkelt. Donkergroen en geel! De weg gaat op en neer, de zon is fier gaan schijnen. Ik zweet, maar niet te. Af en toe een slok water, goed schakelen om steeds in het juiste verzet te rijden en ik hou het verkeer goed in de gaten. De meeste chauffeurs rijden netjes. Het zijn de commerciële busjes die haast hebben en graag inhalen. Het spiegeltje aan m’n stuur bewijst z’n diensten.

Vooraf was ik gewaarschuwd over het slechte wegdek in Myanmar. Tot nu toe valt dat mee. Overal lopen of liggen honden. Maar ze trekken zich niks van me aan. Ze komen op me over als de verschoppelingen van de maatschappij die hun plek kennen. Als ze al blaffen is het tegen elkaar. Toevallig was er vanochtend een die keffend achter Irma aan holde, een uitzondering. In Ecuador was dat wel anders. Daar waren ze heel agressief en joeg de een de ander aan. Soms stond ik met zes tanden tonende honden rond me heen!

Af en toe een stop in de schaduw. Ook Irma peddelt goed door. Aan de overkant lopen vier kinderen met een aanstekelijk rood parapluutje. Ik kan het niet laten ze even op de foto te zetten. Zo gaat de dag hard. Pakokku in rijden is vermakelijk. Met de stroom van het verkeer mee. Irma navigeert met de iPhone perfect naar het hotel.

Het hotel is prima. Een restaurant is te ver lopen. Dan maar die van het hotel. Ongezellig, maar het eten is verrassend lekker. Vroeg slapen. Ik ben best vermoeid.

Afgelegde afstand: 112 kilometer – Cumulatieve afstand: 247 kilometer

Maandag 19 december 2016: Pakkoku – Bagan

Geen wekker, om acht uur wakker. Vandaag een makkelijke dag. Ik heb weer diep geslapen, tien uur lang! Het ontbijt stelt niet veel voor en koffie hoort niet bij de cultuur hier! De Myanmareze gerechten zien er precies zo uit als gisterenavond! Lekker, maar niet voor mij als ontbijt!

De baan weer op. De zon staat al hoog aan de hemel. Er is weinig bewolking, maar een briesje brengt verkoeling. Irma heeft een leuke route het stadje uit geplot. Via gravel- en zandpaden langs woningen. Nou ja, woningen, mensen wonen hier! Eigenlijk dezelfde ‘kneuterboerderijen’ zoals ze ook langs de weg staan. Het zijn meer hutten met enkele compartimenten met wat vee dat er om heen struint. Bij een stalletje wat bananen en een appel, dat moet me de ochtend door helpen!

Een grote brug van meer dan kilometer overspant de Ayeyarwady River. Het biedt fraai uitzicht over de rivierbedding en omgeving. Hier moet toch veel regen vallen als ik al het frisse groen zie. De afgelopen dagen zie ik ook veel oogst van het land gereden worden en groente en fruit is goed verkrijgbaar. Een vruchtbare streek.

De route vandaag is verder ok. Niet heel bijzonder. Soms met wat meer klimmen (kunnen de beentjes vast wennen!), maar allemaal prima te doen. Ook hier dringt die Amerikaanse beeldcultuur met grote billboards langs de weg en in de aankleding van de winkels zich aan me op. Dat zal alleen maar erger worden. Grote merken als Unilever en Nestle staan vast te trappelen hun fabriekskost over Myanmar uit te storten…..

Het centrum van Bagan ademt meteen toerisme. Geen wonder, het vormt de uitvalsbasis voor de vallei met maar liefst 4.000 tempels van meer dan 1.000 jaar terug! Dat wil iedere toerist die Myanmar aandoet natuurlijk wel gezien hebben! Ik ook.

De komende twee dagen vormen even een soort rustpunt. Morgen in alle vroegte een ballonvaart over de vallei met zonsopgang. Het moet een van de mooiste ballonvaarten ter wereld zijn. Het kost een schone duit en is vaak al maanden van te voren volledig vol geboekt. Het moet een mystieke belevenis zijn, de tempels in het ochtendgloren vanuit de lucht te bewonderen. Overmorgen een dagtocht met de fiets door de vallei. Maar ook tijd om de beentjes wat rust te gunnen en lekker wat te lezen en zo. Want de dagen erna zullen pittig worden. Flinke dag afstanden en klimmen!

Een biertje bij de lunch gaat er wel in, het hotel is een fijne uitvalsbasis, ’s middags tijd voor een tukkie, fietskleding wassen, dagboek schrijven. Dit is ook vakantie! Vroeg erin, morgen vroeg op!

Afgelegde afstand: 34 kilometer – Cumulatieve afstand: 281 kilometer

Dinsdag 20 december 2016: Bagan

Om 4.40 uur gaat de wekker. Buiten is het nog aardedonker, maar er rijden al de nodige brommers op straat. Een busje brengt Irma en mij naar de ‘startbaan’ voor de ballonvaart. Deze is op het laatste moment nog gewijzigd door een shift van de wind. Een kop koffie, een broodje, terwijl de ballonnen in orde worden gemaakt. It’s all very British! Britse maatschappij, de ballon is van Britse makelij, Britse piloten. Na een veiligheidsbriefing gaan de ventilatoren aan, krijgt de ballon vorm, de vlammen doen het mandje de goede kant op kantellen, ready for take off!

Het is prachtig……. in het ochtendgloren met een opkomende zon zwevend met een snelheid van 7 knopen over rijstvelden en boomkruinen heen richting de monumentale vallei. De piloot navigeert laag over de grond, speelt met de hoogte. Wat een ervaring, ook met de andere ballonnen zo nabij, het schept een prachtig beeld. Genieten!

De vallei is indrukwekkend. Zo ver mijn oog reikt staan roodbruine tempels, groot en klein, hoog en laag in sobere stijl met soms een enkele gouden stupa. Het schakeert fraai met de natuur. De groene tonen van de vegetatie, het zand van de paden, het rood van de aarde. De piloot scheert er moeiteloos overheen, draait de ballon met een enkele stoot.

De landing is precies en zacht. Het is net als bij zeilen. Het beheersen van de krachten, goed inspelen en anticiperen op de wil en wetten van de natuur. De vlucht duurde maar een uur, in mijn beleving veel langer. Tja, dit is wel een ervaring die me lang zal bij blijven.

Terug in het hotel genieten Irma en ik na. Een kalme ochtend en middag verder. Vandaag en morgen zijn even een moment van rust in de vakantie. Al wat mooie indrukken achter de rug, morgen in de vallei fietsen en overmorgen door richting het Inle Lake. Zo’n vijf dagen fietsen met best wat klimmen.

De vallei is erg op de Westerse toerist georiënteerd. Aangenaam comfortabel en van alle gemakken voorzien, maar ik verlang al weer naar het straatleven, het echte leven van Myanmar gadeslaan en proeven in plaats van het toeven in deze artificiële enclave. Ook dat maakt het fietsen zo heerlijk, weg van de toeristen en de door touroperators gebaande paden! Maar voor nu ook even lekker, zo is het ook!

Woensdag 21 december 2016: Bagan

Pas om acht uur word ik wakker zonder wekker. Vakantie! Ontbijt in de tuin van het hotel. Een slow start of the day. Wat werken en ik lees Paul Auster uit. Mooi boek. Na de lunch de vallei in. Ik had gedacht dat er wel een aantrekkelijke off road-fietsroute zou zijn, maar dat valt wat tegen. Of de paden zijn te zanderig of overgroeid. Dan maar netjes de weg en de markeringen naar de tempels volgen. Ze zijn echt overal! Fraai ook, de sobere stijl van bouwen met toch veel detail en gaan in kleur een fraaie symbiose aan met de natuur.

De Borobudur in Indonesië is indrukwekkend, de Angor Wat in Cambodja ook. Dit is minstens zo imposant, misschien door de uitgestrektheid en omvang wel imposanter. Ach, kiezen hoeft niet! Gisteren met de luchtballon was wel de koninklijke ervaring van deze vallei. De stilte, de natuur, de tempels die er al eeuwenlang staan, de rust….. een mystieke ervaring.

In het dorp wat eten, alles is ingesteld op de toerist. Menu’s in het Engels, smaken netjes afgestemd op wat de gemiddelde Westerling wil eten. Ben blij morgen weer op de fiets te stappen en het toerisme achter me te laten. Tuurlijk, ik ben een van hen, ik maak me geen illusies. Toch voel ik me anders op de fiets! Met de fiets laat ik soms de must do’s uit de reisgidsen liggen, maar krijg er zoveel voor terug in beleving en ervaring van de dagelijkse handel en wandel van de Myanmarezen.

Vroeg slapen, ik voel me helemaal fit. Morgen klimmen, zin in!

Afgelegde afstand: 21 kilometer – Cumulatieve afstand: 302 kilometer

Donderdag 22 december 2016: Bagan – Mount Popa

Vroeg op, het ontbijt smaakt goed, pannenkoeken met jam, daar kun je mij gerust voor wakker maken! De fietsen reisvaardig maken en weer de weg op! Heerlijk.

Vandaag wordt vooral klimmen, eerst geleidelijk, bij Mount Popa wat steiler. Langzaam ebt het toerisme weg. De busjes, de private vehicles, ik fiets weer in Myanmar! Nog enkele hordes van toeristen die (als onderdeel van hun toer!) een demonstratie krijgen hoe alcohol en zoet gemaakt wordt van palm. Met een glimlach fiets ik voorbij. Het gaat lekker, in een mooi tempo omhoog. Irma trapt goed door. De omgeving wordt desolater. Minder bebouwing. Enkel het (slechte!) asfalt, de roodbruine tinten van de aarde en de rijke variatie en schakering van vormen en tinten groen van de vegetatie onder een blauwe lucht. Mooi.

Ik passeer weer werk aan de weg! Of liever, handwerk aan de weg! Strook voor strook wordt nieuw wegdek aangelegd, gewoon over het oude wegdek heen, zo lijkt het. Mannen en vrouwen strooien grof grind, langs de weg wordt het pek op een vuurtje in oliedrums verhit, mannetjes lopen met emmertjes af en aan, vrouwen strooien het fijne grind uit. Een prachtig schouwspel, maar vooral hard werken.

De eerste bergen verschijnen aan de horizon. Ja, Myanmar blijft me verassen. Het is een prachtige bestemming. Ik durf nu al te zeggen dat ik het nog mooier vind dan Laos. Ook het eten in een dorpje is weer zo lekker en rijk in variatie. Rijst met gestoofd rundvlees, gedroogde visjes met pinda’s en rode peper, sperziebonen met peper, zo kan ik nog wel even door gaan. En alles groeit hier, lokaal, langs de weg. Ook het fruit, bananen, papaja’s, meloen. En thee niet te vergeten, zelfs koffie. In die zin is Myanmar een rijk land. Tegelijkertijd merk ik dat het land door de lange tijd van isolatie in de vorige eeuw tientallen jaren terug staat in de tijd, al gaan de ontwikkelingen nu in een rap tempo.

Het klimmetje naar het Popa Mountain Resort is een kuitenbijtertje, maar de moeite van de inspanning meer dan waard. Het ligt prachtig in de bergen met zicht op Mount Popa, een gedoofd lijkende vulkaan waarop een tempel is gebouwd. Een warme douche, een biertje met de zonsondergang. Regelmatig valt de stroom uit, maar dat gebeurt in dit land eigenlijk constant! Vaak floept alles in een minuut of wat weer aan. Veel dorpjes hebben trouwens helemaal geen elektriciteit, daar draaien generatoren. Het eten smaakt weer goed, vroeg slapen.

Afgelegde afstand: 50 kilometer – Cumulatieve afstand: 352 kilometer

Vrijdag 23 december 2016: Mount Popa – Meiktila

Vroeg op. Lekker ontbijt bij een mooi uitzicht op het dal en de Mount Popa. Uiteindelijk toch pas half negen op de fiets. De afdaling gaat snel, maar is soms zo steil naar beneden dat ik haast het gevoel heb over de kop te gaan! Ik vertrouw op mijn materiaal. Vaart maken kan gewoonweg niet. De schijven zullen straks lekker heet zijn!

Op de doorgaande weg keren de beelden van de afgelopen dagen terug. Monniken lopen terug naar het klooster met de gaven die ze ontvangen hebben. Een rustiek beeld. Jonge jongens, maar ook oude mannen. De weg is vrij druk met vrachtverkeer en kleine busjes.

De route dwars door het dorp heen is stoffig, maar bijzonder fraai. Een bonte mengeling van hedendaagse en oude vervoersvormen en een markt langs de weg. Een kabaal van jewelste, een drukte van belang, vieze en lekkere geuren, en overal de kleuren. Geweldig.

Door, want vandaag moeten behoorlijk wat kilometers getrapt worden! Een glooiende weg. Soms zijn de vrachtwagens heel smerig met hun uitlaatgassen. Dat voelt al niet altijd gezond hier, maar als de uitlaat aan de zijkant van de truck me van boven tot onder te grazen neemt….. bah!

De dag vordert. Wat eten langs de weg, weer zeer smaakvol, en door. Het is warm, maar de wind brengt verkoeling. Zo vorderen de uurtjes en pauzeren doen Irma en ik eigenlijk heel weinig. Ik drink heel veel water op zo’n dag. Het lijkt alsof ik niet veel zweet, maar ongemerkt verdamp ik natuurlijk het nodige! Onderweg veel militaire voertuigen. Er zit een basis in de buurt. Verder valt me op dat er weinig politie rond rijdt en zichtbaar is in de straten. Ook EHBO-posten zie ik nauwelijks. In Marokko vorig jaar was dat wel anders.

In Meiktila is niet veel te doen. Het hotel is redelijk en ligt aan het meer. Ik douche de vermoeienissen van me af en sop ook mijn kleding eens goed. Vooral mijn shirt staat zowat stijf van het zout. ’s Avonds een hapje en vroeg slapen na nog wat gelezen te hebben in M Train van Patti Smith, een boek dat me direct boeit, een vervolg op Just Kids.

Afgelegde afstand: 113 kilometer – Cumulatieve afstand: 482 kilometer

Zaterdag 24 december 2016: Meiktila – Thazi

Een rustige start van de dag. Vanmiddag slechts een kort tochtje naar het volgende plaatsje om de kop van overmorgen af te fietsen. Dat belooft namelijk een lange dag te worden met veel klimmen. Het ontbijt is niet vullend, enkel wit brood en een eitje. Gelukkig hoeft het geen basis te leggen voor de dag! Ik mail en lees wat. Zo gaat de ochtend snel.

Tegen twaalf uur het stadje in. Het is echt een streekplaats. Anonieme straten, een drukke markt, lekker stoffig weer allemaal! Vlak bij het meer zit een leuk stalletje. Het is er druk, het zal vast goed zijn. Irma heeft een smakelijk soep, ik rijst met gedroogde visjes. Een fles water erbij, dat gaat er wel in.

Het is kort fietsen naar Thazi. Onderweg zie ik tot twee maal toe mensen langs de weg staan met kannen. Uit een luidspreker komt een hoop kabaal. Myanmarezen gooien uit hun open autoruiten geld op de weg. Ik zag dat de afgelopen dagen ook gebeuren. Kennelijk een inzameling voor een project of goed doel. Het is duidelijk niet gericht op toeristen.

Thazi is nog stoffiger en wat rauwer, armer. Het hotel is eenvoudig, maar ok. Een biertje op de binnenplaats, een vriendelijke eigenaar die goed Engels spreekt. Vader en moeder die af en toe voorbij sloffen. Het dagelijkse leven. Ik lees verder in M Train. Als het gaat schemeren floepen een paar lantaarns aan. Wonderlijk hoe de elektriciteit hier letterlijk aan elkaar wordt geknoopt!

Het enige restaurant dat Thazi rijk is, is meer een dranklokaal dan een eetgelegenheid. Alleen maar mannen, veel rook, bier en boksen op de televisieschermen. Het eten is matig. Eigenlijk wordt er helemaal niet veel gedronken in Myanmar. Of beter: werd. Met de voorspoed hebben ook de biercafé’s hun intrede gedaan en zich heuse eigen biermerken ontwikkeld.

Terug in het guesthouse borrelen Irma en ik nog wat. Het is half acht, de familie gaat aan tafel. Ik zie dezelfde soort gerechten op tafel staan als bij de stalletjes onderweg. Vroeg er in, morgen een zware dag voor de boeg.

Afgelegde afstand: 27 kilometer – Cumulatieve afstand: 509 kilometer

Zondag 25 december 2016: Thazi – Kalaw

Eerste Kerstdag! Weinig tot niets van te merken hier! In enkele hotels die Westerlingen ontvangen was links of rechts wel een kitscherig boompje opgetuigd met felle lichtjes die stroboscopisch in alle kleuren flikkeren of dito slingers opgehangen met Merry Christmas. Toast van witte boterhammen, oploskoffie, een eitje en wat vers fruit. Niet het ideale ontbijt voor een fietser, wel liefdevol bereid door de moeder des huizes.

Acht uur, de weg op! Vandaag wordt vooral veel klimmen, met name de laatste dertig kilometer. Ik voel me zo lekker op de fiets. Als vorm van reizen, conditioneel en in een land dat me boeit en waar ik volledig op mijn gemak ben. Het is alsof ik de dagelijkse stroom aan beelden en indrukken nog intensiever in me opneem. Zonder er een studie naar te doen probeer te begrijpen hoe dit land functioneert. Waar het vandaan komt, waar het heen gaat. Het is soms verwarrend. De weg waar de moderne wereld letterlijk en figuurlijk overheen raast, de sporen naast de weg dat intensief gebruikt wordt door mannen met ossen en zwaar beladen karren, met een mobiele telefoon geklemd tussen de broekriem en onderrug. De beperkte mechanisatie, arbeid is kennelijk nog steeds goedkoper. Internet dat oprukt, maar een beperkte automatisering. Alles gaat nog op het handje. Ik heb geen computer zien staan! Tijdens het ontbijt vanochtend zag ik ‘Vonk’ op de kalender aangetekend met pen op de 24ste december! Scholen zijn er zeker, met leerlingen aan de stemmen te horen als ik langsfiets, maar ik zie ook veel kinderen gewoon langs de weg, niet op school of al deelnemend aan het werkzame leven. En tja, de arbeidsomstandigheden. Vandaag passeer ik langs de weg veel plaatsen waar brokken steen tot grind vermalen worden. De groene vegetatie is all over the place wit uitgeslagen. Jonge mannen en vrouwen staan er met hun neus boven op. Zwarte rook die van de machines afkomt, met manden van bamboe sjouwen ze zich een breuk om de halffabricaten klaar te leggen voor transport. De wegwerkers beschreef ik al eerder. Het kan toch niet gezond zijn zo dag in dag uit boven die vaten met kokende pek te hangen? Laat staan dat het veilig is met emmertjes kokende pek te wandelen? Zelf denk ik op momenten ook wel eens dat ik hier mijn leven aan het bekorten ben met al die uitlaatgassen van de brommers, maar vooral de vrachtwagens. Af en toe word ik compleet ‘gestraald’ door een enorm roetgordijn dat rechts tussen de wielen uit een verrotte pijp de dampkring in gespoten wordt. Niet te veel over nadenken. Maar het voelt zo ongezond!

De dag vordert gestaag. Af en toe een stop langs de weg, een koekje, een slok water en weer verder. Met vijfenzestig kilometer in de benen is het tijd voor een lunch. Rijst, gebakken groente en pork. Het smaakt goed. Het is over enen als het echte werk gaat beginnen. Klimmen, aan een stuk door. Het is continu switchen tussen de eerste, de tweede en derde versnelling. Redelijk zwaar dus. Maar het gaat lekker, niet op kracht, wel op souplesse. Ook Irma gaat goed. Dapper! Het verbaast me toch telkens weer hoe snel klimmen gaat. Een simpele blik naar beneden doet me duizelen. Na iedere vijf kilometer (= circa dertig/veertig minuten fietsen) even een stop. Wat eten, wat drinken en weer verder. Veel mensen moedigen ons aan onderweg. Een hele grote vrachtwagen gaat langzaam rijden en reikt een fles koud water aan! Zo gastvrij voelt Myanmar.

Netjes voordat het donker wordt rijden Irma en ik Kalaw binnen, een streekplaats waar vandaan veel trekkings ondernomen worden. Het hotel is fijn, de douche nog fijner. Ik spoel al het zweet en viezigheid van de dag van me af. Op naar het kerstdiner! Nou ja, net als bij het ontbijt, niets doet aan kerst denken! Maar het smaakt. Ze hebben Myanmareze wijn. Toch proberen (tegen beter weten in!). Nee, in de verte lijkt het ergens op, het ruikt en proeft toch te chemisch……

De beentjes hebben behoefte aan rust. Slapen dus!

Afgelegde afstand: 94 kilometer – Cumulatieve afstand: 603 kilometer

Maandag 26 december 2016: Kalaw – Nyaung Shwe

Geen haast vanochtend. Ik had gedacht m’n beentjes wel te voelen, maar dat valt mee. Ontbijten en ik lees nog drie hoofdstukken in M Train. Patti Smith schrijft over haar bezoek aan het huis van Frida Kahlo en Diego Rivera. Ik kan me mijn bezoek in Mexico City zo weer voor de geest halen, maar ook de geweldige muurschilderingen van Rivera in Detroit. In een ander verhaal komt de Opwindvogel van Murakami voorbij, dat moet ik nog lezen!

Het is lekker weer. De zon staat hoog aan de hemel, maar het is net wat koeler door de hoogte. Tijd om te vertrekken. Zin in. Het is net of het hier wat welvarender is. Meer verkeer, meer moderne bouw en de mensen ogen zelfbewuster. De jongeren zeker. Veel snelle jongen met gitaren (?).

Het gaat razendsnel. Afdalen, wat klimmen, weer afdalen. De weg kent een aangenaam percentage van daling. Het gaat dus lekker hard, soms in de remmen knijpen, vooral goed opletten op het andere verkeer. Onderweg in een dorpje een lunch vinden gaat niet makkelijk. De stalletjes ogen niet fris, een nadere blik in de keuken bevestigt dat. Voor het eerst dus een ‘koekjes’-lunch met water bij de drogist annex lokale supermarkt. Alles bij elkaar meet het winkeltje nog geen drie bij zes meter! Vanaf een krukje sla ik het leven in de winkel en op de weg gaande. Het winkeltje heeft een flinke aanloop. Een monnik die een tandenborstel en –poets koopt, anderen twee meter plastic van de rol…..

Verder! Het is druk met verkeer. Veel bussen. Duidelijk te merken dat ik een nieuwe trekpleister voor toeristen nader. De eerste Westerse gezichten, in het dorp bij Inle Lake de bekende Engelse beeldtaal. Irma vindt moeiteloos met haar iPhone het slaapadresje. Niets bijzonders, maar prima uitvalsbasis voor vandaag en morgen. Morgen dus een dagje rust na vijf dagen fietsen, tijd om ons over te geven aan wat iedere toerist doet die Myanmar bezoekt!

Afgelegde afstand: 65 kilometer – Cumulatieve afstand: 668 kilometer

Dinsdag 27 december 2016: Nyaung Shwe

Om half acht staat de bootsman op de stoep van het hotel. Een bezoek aan Myanmar is niet compleet zonder een vaart over het Inle Lake. De zon houdt zich nog schuil achter de wolken als hij het gas er op zet. In een longtail van vijftien meter, een motor achterop met een lange schroefas waarmee hij stuurt. Het heeft wel wat weg van Venetië zo met de boot! Op het meer zijn vissers bezig met hun vangst. Uiterst sierlijk hoe ze allemaal met een been de peddel hanteren en tegelijkertijd de netten binnenhalen.

De eerste stop is wat ik een beetje vreesde vandaag…. een toeristische markt en uitleg hoe een smid met zilver werkt….. Kan je in Myanmar amper terecht met je creditcard, hier op het water is het geen enkel probleem! Ook de volgende stop ruikt naar hetzelfde, langnekken die zich gewillig laten fotograferen.

Maar dan klapt de dag open. Het meer was al mooi, nu scheert de bootsman door een prachtig watergebied met op de oevers huizen op palen. Het dagelijkse leven keert terug. Mensen die zich in het water van het meer wassen of hun kleding eens grondig soppen, het ambacht en gewoonweg de rust…… De toeristen zijn weg, de boten die passeren vervoeren bevolking of lading. Een geweldige setting, het diepbruine hout van de huizen, contrasterende kleuren van was dat te drogen hangt, het frisgroene van de (water)planten, de bergen op de achtergrond en de blauwe lucht niet te vergeten. Tja, het Inle Lake overtuigt. Ik neem het toerisme op de koop toe, dat hoort er nu eenmaal op dit soort plekken, elders in de wereld is dat ook zo!

In een tempel plakken enkel mannen goud op een steen, verder is het nogal kitscherig.

Bij een andere zeer sobere tempel loopt een jochie zo lief te stoeien met rietsuiker. Ik kan het niet laten hem op de gevoelige plaat vast te leggen. Ach en een bezoek aan een weverij en een werf horen er dan ook bij om de typische ambachten van de regio hier af te maken. Beiden toch interessant. Zijden dat gewonnen wordt uit de stelen van lotusbloemen, het houtwerk van de longtail boten die in een maand tijd gebouwd worden, kosten US$ 2.500.

Zo gaat de dag best hard. Op de terugweg vallen de drijvende tuinen op. Complete akkers die drijven op het water. Komkommers, tomaten, hyacinten en meer. Het is een hele vruchtbare omgeving. Alleen de kwaliteit van het water wordt steeds slechter. Alles wordt geloosd in het meer en om productie te verhogen worden giffen gebruikt. En het toerisme zal ook een stevige duit in het zakje doen.

Voldaan stap ik weer aan land. Een mooie dagtrip. Verder een rustige middag en avond. Wat lezen, wat schrijven en vroeg er in, morgen weer op de fiets! Myanmar is een pracht land. Ik wil hier nog wel een keer terugkomen, dat weet ik nu al zeker.

Woensdag 28 december 2016: Nyang Shwe – Pindaya

Met banaanpannenkoeken leg ik stevige basis voor de dag. Fietsen naar Pindaya. Terug de bergen in. Wel grappig. Eergisteren dacht ik bij het afdalen naar Inle Lake nog ‘poeh, moet ik dat allemaal weer terug klimmen?’ Dat gaat toch altijd sneller dan ik denk. In een goed anderhalf uur is de klus geklaard.

Rechtsaf naar Pindaya. Dan wordt de route plots heel rustig en landelijk. De aarde kleurt nog dieper rood dan ik hier al gezien heb. Akkers met mooie schakeringen van kleuren die de heuvels sieren. Ik had dat gevoel al eerder, dit zou ook zo Kenia, Marokko of misschien zelfs Ecuador kunnen zijn. Die inwisselbaarheid ervaar ik wel eens vaker.

Het fietsen gaat lekker. Heuvel op, heuvel af. Ongemerkt toch best wat metertjes klimmen. De rust van het verkeer is een verademing. Soms kunnen Irma en ik zelfs naast elkaar fietsen. Dat is de hele vakantie nog niet gebeurd! Voorzieningen zijn er niet. De lunch is een pak koekjes en water. Prima.

Het hotel in Pindaya is erg leuk. Slechts vijf kamers in een mooie tuin waar van alles wordt verbouwd. Gelukkig is het nog vroeg genoeg in de middag om er van te kunnen genieten. Douchen, kleding wassen, wat lezen. Heerlijk. Het zal de komende dagen alleen maar minder worden, zeker qua accommodaties!

Het eten ’s avonds is ook goed. Gebakken bananenbladeren en goeie curries met kip en rundvlees. Zelfs de wijn is ok. Een supermarktwijn van de Albert Heijn. Mij best, in ieder geval een avond eens geen bier. Het guesthouse voor morgenavond wordt niet op internet aangeboden. De vrouw des huizes belt en reserveert een kamer. Mooi, ook weer geregeld.

Afgelegde afstand: 54 kilometer – Cumulatieve afstand: 722 kilometer

Donderdag 29 september 2016: Pindaya – Ywangan

De zon komt op als ik aan het ontbijt zit. Ja, het is een mooie omgeving. Alleen kan ik de brandstoftank voor vandaag bij het ontbijt maar matig vullen! De zon staat weer hoog aan de hemel. Afdalen naar Pindaya, bij een winkeltje twee rollen biscuit gescoord en klimmen, de bergen in. De omgeving is mooi, ruig, rood. En soms een lappendeken van akkers waarop van alles wordt verbouwd. Het is net of het hier wat meer ontwikkeld is, rijker. Grotere huizen, mooiere auto’s. Er is weinig verkeer op de weg, dat fietst fijn. En van een van de erven is altijd wel een ‘hello’ te horen. Kinderen die enthousiast blijven roepen tot ze een reactie krijgen!

Het blijft klimmen, met af toe een stukje afdalen, maar dat gaat lekker. Dit is echt zo’n fase van een fietsvakantie dat de beentjes meer dan goed voelen en alles aan kunnen! Er zit weinig meer langs de weg aan lunchtentjes. Maar bij een winkeltje hebben ze toch noodlesoep. Het smaakt verrukkelijk. Pas 33 kilometer gefietst, nog 47 kilometer te gaan. Normaal is dat omgedraaid op dit uur van de dag, door fietsen dus! Met het afdalen gaat het plots toch hard. Het asfalt is goed, dat valt me eigenlijk sowieso wel mee in Myanmar. Sommigen hadden daarvoor gewaarschuwd, maar de ontwikkelingen gaan snel hier.

Nog wat kuitenbijtertjes, bestemming bereikt. Ywangan is een plaatsje van niets, al is het hotel nog best redelijk. Basic, geen Wi-Fi en als ik niet te kritisch kijk schoon voldoende. Een warme douche, een wandeling in het donker naar een simpel eettentje. Het is fris buiten. Niet verwonderlijk op zo’n 1.300 meter hoogte. Avondleven kent Myanmar niet, althans, ik ben het weinig tegen gekomen, zeker niet in dit soort gehuchten. Al om half acht lig ik met mijn benen gestrekt op bed! Dagboek bijwerken, nog wat lezen en gaan slapen!

Afgelegde afstand: 79 kilometer – Cumulatieve afstand: 801 kilometer

Vrijdag 30 december 2016: Ywangan – Kyaukse

Lang en diep geslapen. Gisteren deed ik al om acht uur mijn oogjes dicht! Nu om zeven uur op, een keer wakker geweest. Wel een rare droom gehad….. al mijn spaken hingen slap! Ik denk doordat ik gisterenavond een verhaaltje oprakelde over mijn tweede tocht met de fiets. Ik was vijftien jaar oud, naar de Veluwe met Paul en Stijn. Pappa leek het wel een goed idee dat ik zijn Motobecane zou meenemen. Een snelle fiets met dunne bandjes en veel versnellingen. Ik voelde me helemaal blits. In Amersfoort ging het al mis….. Tingelingeling…… Zeven spaken gebroken. Dus ik naar de telefooncel en binnen een uur stond pappa met mijn oude vertrouwde Juncker met drie versnellingen, trommelremmen en het voorwiel bungelend uit de kofferbak op de afgesproken plek. De mannetjes konden weer voort! De Motobecane naar de fietsenmaker!

Voor het eerst een volledig Myanmarees ontbijt. Irma en ik nippen ervan, maar het is toch eventjes te vroeg daarvoor en echt smakelijk uitgevoerd is het ook niet. Dan maar de gebakken stengels die erbij worden geserveerd. Een soort croissant-achtig iets, maar veel vetter. Bij het eerste beste winkeltje scoor ik wel koekjes!

Het is direct klimmen geblazen met af en toe een stukje afdalen. Het beeld is prachtig. Rustige dorpjes waar zich het gewone leven afspeelt. Mooie bomen ook. Groot, dik, stammen dat haast sculpturen zijn. In de schaduw is het nog fris, maar de zon maakt het al behaaglijk warm vroeg in de ochtend.

Mooi ook om groepjes vrouwen naar boven te zien sjouwen met hun gereedschap om akkers te bewerken. Ik zie veel vrouwen fysiek zwaar werk doen. Op het land, aan de weg, maar ook ambachtelijk. En steeds die glimlach.

De eerste afdaling, scherpe bochten, flink naar beneden. De weg is smal, dus ik moet goed opletten voor tegemoet en achterop komend verkeer. De schijfremmen geven een fijn gevoel van controle. Nog een stukje klimmen en dan begint de lange afdaling van circa 1.400 meter naar pakweg zeeniveau.

Een makkelijke dag dus, dacht ik gisteren nog…… Naar beneden kost inderdaad geen energie, maar het blijkt inspannend. Het gaat steil omlaag, geen ruimte om snelheid te maken, ik ben steeds alert op het slechte wegdek en er is veel werk aan de weg op de smalle richels. Soms zijn het net zandverstuivingen. Voorbijgaand verkeer trekt zowat een mistgordijn van stof op. De snelheid ligt nog net hoger dan bij het klimmen, het scheelt niet veel. En soms moet ik mijn vingers echt even uitschudden en strekken van het knijpen in de remmen. De begroeiing is ook rood en wit uitgeslagen van het stof, een surreële aanblik!

Na dit zwoegen (!) zit er gelukkig een leuk lunchtentje om even uit te rusten en de interne mens te versterken. Een lekkere noodlesoep met veel groente en een fles koud water gaan er wel in.

Zo gaat de dag snel. De weg naar Kyaukse is gelukkig beter geasfalteerd en steeds licht dalend, dus het gaat best hard. Om half vier parkeer ik mijn fiets bij het hotel. Een vrij nieuw hotel. Eenvoudig, maar toereikend. Gelukkig, want tot voor kort zat er enkel een smerig guesthouse. Een koude Coke, een warme douche en ik voel me weer het heertje! Wel komisch die douches hier. Vrijwel zonder uitzondering spuiten die het water zo op de vloer en omringende voorzieningen. Alles kletsnat dus!

De restaurantjes zijn allemaal lokaal en zeer simpel. Er wordt geen Engels gesproken, ik zie wel wat er op tafel komt. Iets met kip! Dat kregen ze dan nog wel mee. Het is diep gebakken kip, wat rijst, pinda’s en twee soorten soep. Ach, het smaakt best. Op de terugweg toch naar maar even bij een stalletje wat voor de snack gehaald!

Afgelegde afstand: 84 kilometer – Cumulatieve afstand: 885 kilometer

Zaterdag 31 december 2016: Kyaukse – Pyin-u-lwin

Het ontbijt is geheel Shan, lokaal dus. Een beetje droog brood dan maar met wat boter en suiker. Straks langs de weg ergens koekjes scoren. Komt goed. Rondom me heen enkel dames, kennelijk druk in de weer met de voorbereidingen van de bruiloft. Het haar van de bruid wordt achter me tot een mooi kapsel gevormd. Het voelt wat gespannen, zo druk is iedereen. Mooi!

De weg op. Een lange dag. De eerste vijftig kilometer gaan snel. Het is plat, licht naar beneden. Een hoofdweg, dus het is wel druk. Soms scheuren de vrachtwagens met hoge snelheid rakelings voorbij. Echt mooi is het niet. Maar m’n beentjes draaien het prima rond. Koekjes blijkt nog een lastig dingetje. Veel zoete troep, nergens de simpele theebiscuitjes! Uiteindelijk bij zowaar een mini-market na circa twintig kilometer wel!

Het wordt nog drukker met vrachtverkeer. Zal vast door de nabijheid van Mandalay komen. Het klimmen begint. Over een smalle steile weg. Twintig kilometer lang. Irma en ik proberen het, maar met goed verstand is dit geen doen. Heel druk verkeer, eenbaansweg, de vrachtwagens blazen vervaarlijke roetgordijnen uit die lang blijven hangen omdat ze maar een fractie sneller omhoog kruipen. En met regelmaat trekt een snelle idioot in de berm zo’n stofgordijn dat me goed zicht soms ontnomen wordt. Zo drie uur door klauteren? Nee. Een truckje is snel geregeld. Jammer, maar verstandiger. Ik heb er vrede mee. De weg terug zal ik nog wel befietsen aanstaande dinsdag of woensdag, dus zullen mijn banden er op gaan rollen! Afdalend, dat wel…..

Het truckje rijdt niet verder dan een Universiteit van Techniek, maar dat is precies genoeg om het ergste klimmen gehad te hebben. Onderweg vanuit de laadbak zag ik de keuze bevestigd! Prima.

De bidons bijvullen en weer voort. De maagjes beginnen te knorren. Irma ziet een bord langs de weg van een restaurant dat aantrekkelijk klinkt, Garden Restaurant. Rechtsaf, even door trappen, snel gevonden. Heerlijk en wat een rust. Lekkere curries, even een uurtje niets.

Naar Pyin-u-lwin gaat het vervolgens snel. Het is nog wel klimmen, maar redelijke stijgingspercentages en al veel rustiger verkeer. Door de hoogte is het koeler. Het hotel heeft Irma al eerdaags geboekt, een hele fijne kamer met een groot balkon waar het goed toeven is. Ik kruip onder de douche en was al het zweet, zout, zand en viezigheid van me af. Mijn kleding neem ik mee, er komt geen eind aan het zwartbruine spoor van het leven langs de weg in Myanmar! Redelijk schoon is schoon genoeg, ik hang mijn boeltje te drogen over de balustrade van het balkon en de laat de wind z’n werk doen!

’s Avonds eten in het restaurant van het hotel. Niets doet denken aan Oud en Nieuw. Die enkele keer dat ik Oud en Nieuw voor de Westerlingen heb meegemaakt in een land waar ze dat helemaal niet vieren op deze dag voelt het altijd zo gemaakt. Meestal heb ik de twaalf uur dan ook niet gehaald, mede door de fietsinspanningen van die dag! Nu ook niet, lekker vroeg op bed aan, morgen op tijd weer op om de trein te halen.

Afgelegde afstand: 77 kilometer (17 kilometer met een truck) – Cumulatieve afstand: 962 kilometer

Zondag 1 januari 2017: Pyin-u-lwin – Hsipaw (per trein)

Vroeg uit de veren. Om klokke zeven ontbijt en op de fiets naar het station. Vandaag per trein naar Hsipaw, dat ligt meer noordoostelijk in Myanmar. Er waren wat geluiden over onrust in Hsipaw en omgeving. Buitenlandse zaken bevestigt dat, maar het is niet gericht tegen toeristen, maar adviseert wel de gebruikelijke paden te volgen. Dat doen Irma en ik! Iets verder noordelijk zou ook nog gekund hebben, maar dat conflicteert met het aantal dagen dat nog rest om terug te fietsen naar Mandalay. Jammer, maar een goede reden om nog eens terug te komen in dit heerlijke land. Mogelijk dat tegen die tijd het Noorden voldoende rustig geworden is. Grote delen zijn van staatswege tot verboden gebied verklaard voor buitenlanders!

Het station is sfeervol. In het nog zachte ochtendlicht is het mooi foto’s schieten. Irma koopt kaartjes. Drie klassen. Upper Class met twee fietsen kost nog geen tientje voor een route van circa 130 kilometer! In de verte hoor ik de trein al toeteren. Met lage snelheid nadert de zware diesellocomotief en komt met een schok tot stilstand. De wagons sidderen nog na! Het is gelijk een drukte van belang. Mensen die uitstappen, mensen die instappen en behoorlijk wat vracht dat de trein in moet. Ik maak me wel een beetje zorgen om de fietsen. Die verdwijnen in een duister gat met een hoop balen. Wat er in zit weet ik niet, maar ze zijn in ieder geval heel zwaar. Arme sjouwers, hun ruggen bezwijken er zowat onder.

De wagon is duidelijk erg oud, maar zeer sfeervol. Oude, ruime stoelen. De ramen kunnen op een listige manier helemaal open. Waarschijnlijk heel oud degelijk Brits spul. Het doet me denk aan India en ook aan Indonesië. Prachtige ritten door geweldige landschappen. Ik ben benieuwd wat vandaag me gaat brengen. Accu’s worden naar binnen gedragen, vast vannacht opgeladen om de wagon van verlichting te voorzien en ik zie zelfs ventilatoren aan het plafond. Die zien er zo aftands uit dat ik me afvraag of daar nog beweging in te krijgen is. Terug in de tijd!

Met een schok zet het treinstel zich in beweging en komt op stoom. Hard gaat het niet en de wagons slingeren behoorlijk op en neer ten opzichte van elkaar. Tijd voor een wandeling door de trein, want alle wagons zijn met elkaar verbonden. De twee andere klassen zitten bomvol. Prachtig gezicht. De mensen, de bagage, foto’s zoals ik die ken van de National Geographic! En met de veiligheid is het ook hilarisch gesteld. De treindeuren staan gewoon open en takken en rotswanden trekken rakelings langs de ramen van de wagons voorbij….. niet met het hoofd en de handjes buitengaats dus!

Klapstuk van de rit is de oversteek van de Gokteik-kloof. Meer dan een eeuw geleden hebben de Engelsen door Amerikanen een brug laten bouwen: enkelspoor, 700 meter lang, 100 meter hoog. De trein neemt een lange aanloop, dan zie ik hem rechts en dan weer links van me liggen. Spectaculair! De machinist brengt de snelheid terug tot kruipen. Heel zachtjes wordt het Gokteik-viaduct genomen. Vanuit mijn raampje kijk zo de diepte in! De Myanmarezen kan het weinig boeien, die zullen het vaker gezien hebben!

Onderweg is het mooi. Het landschap is vrijwel volledig in cultuur gebracht. Rijstvelden, bananen- en palmbomen, groen, het is een prachtige setting en schakering van kleuren. Ook de bomen hebben weer zulke sculpturale vormen. En de kneuterboerderijen. Hutten gebouwd op palen, zodat het ongedierte niet naar binnen kan sluipen, het vee scharrelt op het erf en allemaal hebben ze ergens een hok van zeg een vierkante meter staan, het toilet! Reizen per trein geeft net weer een andere blik en ervaring dan vanaf de fiets. Naast dat de treinrit logisch is voor de te fietsen route de komende dagen, kleurt het mijn beeld van Myanmar weer verder in. De uurtjes gaan snel. Ondertussen blijft de trein vervaarlijk schommelen. Soms rolt er een stuk bagage uit het rek boven de stoelen!

Na circa 7 uur arriveert de trein in Hsipaw. Op het perron is het een drukte van belang. Op een krasje na komen de fietsen ongeschonden uit het donkere gat tevoorschijn. Ook weer heerlijk om met mijn eigen ros het dorpje te verkennen! Langs de rivier zit een lekker tentje met een mooi terras. Tijd voor een biertje en een curry om de indrukken te verwerken.

De weg naar de lodge is keien pad waarop het lekker stuiteren is met de fiets. Een mooie plek, down the river. Dagboek bijwerken, wat eten en lekker slapen! Een mooie dag, morgen weer fietsen!

Afgelegde afstand: 12 kilometer – Cumulatieve afstand: 974 kilometer

Maandag 2 januari 2017: Hsipaw – Kyaukme

Het bed was echt heerlijk, zo lekker geslapen. Met het krieken van de dag op. Vroeg ontbijten. De plek van Mr. Charles is echt prachtig: aan de ene kant de rivier, aan de andere kant het platte land met op de achtergrond de bergen. Het is nog fris buiten, twee truitjes aan! Het verbaast me niets dat er enkel Westerlingen voor het ontbijt binnen druppelen. Achter me vang ik een gesprek op van een Engelsman die verhaalt over het verleden dat zijn vader in Birma heeft liggen, maar de reis terug nooit meer heeft kunnen maken.

Ja, ik heb ook diverse malen moeten terug denken aan Joke en Huib Biesaart, mijn achterbuurman in mijn jeugd waar ik jarenlang op zaterdag en in de vakanties in de tuin gewerkt heb. Ze zijn in de oorlog door de Japanners gedwongen te werk gesteld aan de fameuze Birma-spoorlijn. Wat lijken dat soort zwarte bladzijden van de geschiedenis (net als de wandaden van het kolonialisme overigens) toch ver van ons af te staan, maar dat is eigenlijk niet meer dan enkele tientallen jaren van relatieve vrede terug. En het wordt er momenteel niet rustiger op in de wereld.

Vandaag een kortere fietsdag. Dat is fijn, want morgen belooft een lange dag te worden met veel klimmen. Tegen tienen vertrek via keienpaden en een weggetje langs het spoor. Op de hoofdweg is relatief weinig verkeer, af en toe wel weer die vervaarlijk stinkende vrachtwagens! Het gaat snel, een korte stop bij zo’n typisch lokaal winkeltje. De dame heeft van alles wat aan en rond de kassa hangen. Irma en ik drinken er wat water, maar zitten eigenlijk in de woonkamer. Achter een stellingkast wordt gekookt en linksachter liggen wat matjes waarop de familie slaapt. En er komt best wat volk langs in korte tijd. Sigaretten worden per stuk verkocht. Een dame komt wat groente langsbrengen. Er pruttelt altijd wel iets op ieder vuurtje in het Verre Oosten, in Myanmar en ook in dit winkeltje geen uitzondering. Het geurt heerlijk.

Even verderop zit een stalletje langs de weg. Het is even behelpen met de taal, maar de gebakken rijst met groenten, kip en een eitje smaakt erg lekker. Voort naar Kyaukme, een kleinere plaats dat de trein gisteren ook al aan deed. Het hotel ligt ver buiten het centrum, maar gelukkig wel in de richting van Pyin-u-lwin. Het lijkt wel een staatshotel. Groot, leeg, verstaan amper Engels, sfeerloos, geen Wi-Fi. Drie uur, dat is nog vrij vroeg. Dan maar lekker een tukje doen.

Het eten heeft iets potsierlijks. Irma en ik zijn de enige gasten in een enorme zaal. De kaart is ambitieus met gerechten van vis tot varken. Ik kies veilig, want ik kan me niet voorstellen dat ze alles vers hebben. Gelukkig smaakt het best. Ach, dit soort dagen horen er ook bij. Op de desk zie ik voor het eerst een waarschuwing dat buitenlanders niet buiten de gebaande paden mogen treden, zonder vooraf toestemming te vragen aan de autoriteiten.

Afgelegde afstand: 38 kilometer – Cumulatieve afstand: 1.012 kilometer

Dinsdag 3 januari 2017: Kyaukme – Pyin-u-lwin

Vroeg op. Er is netjes ontbijt gemaakt om klokke zeven uur. Een omelet, een paar sneetjes wit brood en koffie. Iets over half acht vertrekken Irma en ik. Het is bewolkt en direct klimmen, maar dat gaat lekker. Mijn longen hebben het wel zwaar. Overal langs de weg wordt vuil verbrand. Klopt, ik heb nog geen vuilniswagen gezien hier. Maar door het dikke wolkendek blijft de rook lang hangen, niet fijn in combinatie met de gassen van de zware vrachtwagens. Maar niet geklaagd hoor, het is heerlijk fietsen. De benen voelen goed, ook Irma fietst stevig door.

Het afdalen richting de Gokteik-kloof gaat mooi, zeer lage dalingspercentages, dus de kilometers rollen makkelijk onder de banden door. Voor het eerst deze vakantie voel ik spetters: regen! Het blijft ook fris, ik trek mijn windjack aan, dat geeft net meer warmte. De regen zet door. Maakt niet uit. De afdaling is fraai, wel veel vrachtverkeer dat tegemoet komt. Opletten dus, met name op de auto’s die er langs willen flitsen! Bijna in het dal staan veel trucks stil. Politie regelt het verkeer. Ik haal ze allemaal maar in, tot ik staande wordt gehouden door oom agent. Ik gehoorzaam keurig! Voor het eerst ook dat ik agenten zwaar bewapend zie met mitrailleurs.

Het bruggetje over en klimmen, het dal uit! Ook hier staan de vrachtwagens in rijen opgesteld. De damp komt nog van de remmen af van de afdaling van zo net. Het is goed opletten, maar het is vooral genieten. Ondanks de regen geeft het weer zo’n andere blik op Myanmar. De logistiek die natuurlijk ook hier van levensbelang is en dat zal alleen maar toenemen met een zich ontwikkelend land. De klim gaat eigenlijk best snel.

De maagjes beginnen te knorren. Koekjes zijn lekker, maar niets gaat boven iets warms. In een dorpje zit een tentje waar het druk is. Die hebben vast een lekkere kom noodlesoep. Terwijl de dames in de keuken druk bezig zijn, maak ik van de gelegenheid gebruik wat foto’s te nemen. Het is vaak allemaal zo smaakvol in Azië. Ook hier in Myanmar heeft het eten me nog geen moment verveeld. Verser dan vers, de meeste ingrediënten komen zo uit de buurt. Alles wordt hier nog op hout gestookt. Dat heeft charme, maar blijft dat op den duur houdbaar? Of houtbaar wilde ik bijna zeggen! Onderweg fantaseerde ik over zonnepanelen die elektriciteit genereren, vooruit gefinancierd met microkrediet, om gebruikers in staat te stellen de investering aan te gaan en op termijn te duurzaam te verzilveren. Aan zon geen gebrek in dit land, behalve vandaag dan!

De soep is heerlijk. Irma en ik kikkeren er allebei van op. Toch wel een van de dingen waar ik de afgelopen weken het meest van genoten heb, dat gewone dagelijkse leven gade slaan.

Voort. Er staan pas 46 kilometer op de teller, wel de zwaarste van de dag, maar er moeten er nog dik 60 gemaakt gaan worden. De eerste 30 kilometer gaan snel. Vals plat naar beneden. Het is prachtig fietsen. De groene tinten schakeren nog fraaier en frisser tegen het natte rood van de aarde. Ook de Myanmarezen hebben zich beschermd tegen de nattigheid en rijden ook rustiger op hun brommertjes!

Af en toe een stop. Wat water, wat koekjes en weer voort. Er zit nog wat venijn in de staart. Klimmen! Geen probleem, de opgebouwde conditie deze vakantie trotseert het moeiteloos. Ik kijk naar Irma’s achterband en vind die wel erg breed op het asfalt staan. Jawel, lekke band! Na ‘m eerst gewoon opgepompt te hebben blijkt na vijf kilometer dat ik toch echt even als mecanicien aan de gang moet! Maar dat is zo gepiept. De teller passeert de honderd in Pyin-u-lwin. Een heerlijke dag! Irma heeft hetzelfde hotel geboekt als drie dagen terug. Prima. Voor het eerst geen paspoortcontrole, waarbij in een traag tempo kopietjes gemaakt worden. Waarvoor? Om de bewegingen van buitenlanders in Myanmar vast te leggen. Hoe ze dat dan bij elkaar brengen. Geen idee! ‘s Avonds voor de verandering smakelijk Indiaas gegeten. De oogjes vallen daarna snel en tevreden dicht.

Afgelegde afstand: 109 kilometer – Cumulatieve afstand: 1.121 kilometer

Woensdag 3 januari 2017: Pyin-u-lwin – Mandalay

De laatste fietsdag! Al ben ik me daar niet zo bewust van. Dezelfde routine als iedere andere dag deze vakantie. Vandaag veel afdalen. Het lijkt nog net zo bewolkt als gisteren, maar plots is daar de weldadige warmte van de zon! De kilometers vliegen, het gaat zo snel. Vooraf vreesde ik behoorlijk wat verkeer vandaag. Tijdens de heenrit waren er zoveel zware trucks, maar het valt alleszins mee. Best rustig eigenlijk.

Irma’s band blijkt toch echt weer lek. Hoe kan dat nou? Ik haal de buitenband er helemaal af, keer ‘m binnenste buiten en pas bij de derde inspectieronde blijkt er een klein dun stukje ijzerdraad naar binnen te zijn gedrongen. Ongelooflijk. Met een pincet trekt Irma de boosdoener eruit. ’t Werkt wel perfect met die assen. Het wiel kan er maar in een stand in, simpeler kan niet. Op mijn nieuwe racefiets heb ik dat ook. Mooi wat die Zwitsers produceren!

De vaart blijft er in, geen wonder, het is bijna 1.000 meter afdalen. Ook de weg richting Mandalay blijft rustig qua verkeer. Het lijkt Irma en mij leuk ergens te lunchen en de authentieke keuken van Myanmar bij wijze van afsluiting te proeven alvorens naar het hotel te gaan. Het eten is zo lekker. Een salade met aubergine en een salade met gepickelde theeblaadjes. Heerlijk. Ze hebben ook exotischer zaken op de kaart staan zoals kippenanus en ‘bokkenkloten’. Toch laat ik ze maar even aan me voorbij gaan op dit uur van de dag, al smaakten de schapenhersens in Istanbul eerder dit jaar erg goed!

De laatste kilometers, nu echt, terug bij het hotel waar Irma en ik pakweg drie weken terug starten. Het is weer een geweldige fietstocht geweest. Met stip op de eerste plaats in de ranking van de tochten in het Verre Oosten!

De fietsen kunnen wel een grondige wasbeurt gebruiken. Wat een zand en troep komt er vanaf en wat zien ze er weer als nieuw uit! Droog rijden heeft geen zin, dan zijn ze gelijk weer vies, de zon doet snel haar werk. In een stroom door maken Irma en ik de fietsen reisvaardig voor morgen. Wel fijn om weer te eindigen in de plaats van vertrek, dan kunnen de fietsdozen weer mooi hun diensten bewijzen! Het hotel heeft ze bewaard.

Een douche en op naar het dakterras met uitzicht op Mandalay. Het is veel drukker dan drie weken terug, dat maakt het lekker levendig. Ze schenken wijn uit Myanmar, maar ik ga toch maar voor de goedkopere en safere optie, een Australiër! Smaakt best. Een rustige avond verder. Wat lezen, dagboek bijwerken, spullen organiseren en slapen!

Afgelegde afstand: 70 kilometer – Cumulatieve afstand: 1.191 kilometer

Donderdag 4 januari 2017: Mandalay – Bangkok

Vroeg op, ontbijten, tassen organiseren. De laatste fase van de vakantie breekt aan. Nog een paar dagen Bangkok en dan zit het er op. Het was weer een mooie reis en ook weer zin om te beginnen in het Nederlandse. Werk, vrienden, familie en gewoon lekker fietsen in het koude Hollandse landschap! Het vertrek van vandaag voelt niet als een afscheid, ik weet zeker dat ik in dit geweldige land nog eens ga terug keren. Op de fiets, maar mogelijk ook met de rugzak en een boek en camera onder m’n arm. Eigenlijk alles beviel me hier: het landschap, de mensen, het eten, het fietsen, het simpelweg in Myanmar on the road zijn. Een land met heel veel potentie, de ontwikkelingen gaan in rap tempo en zullen alleen nog maar sneller gaan. Een hunkering naar de Westerse waarden, al dan niet opgedrongen of verleid door de Westerse industrie die haar kansen ruikt. Ik vrees dat het enkel afbreuk gaat doen aan het authentieke karakter van het land. Natuurlijk, er zijn ook keerzijden. De armoede, het regime dat jarenlang z’n stempel heeft gedrukt op het leven en welzijn in dit land en er zal vast meer zijn waar ik geeneens weet van heb. En met mijn komst heb ik ook bijgedragen aan dat verwesteren van dit land. Dubbel en inconsequent!