2006 Canada: Alaska Highway

10 juni 2006: ROTTERDAM – EDMONTON

Vroeg op met weinig slaap, om 8.15 uur hebben we de deur achter ons dicht getrokken en fietsen naar Centraal, treintje, fietsen in de doos en inchecken. We laten Nederland vier weken voor wat het is. Hectisch was het wel van de week. Werk af, Conan weer even terug. Stormpje in Den Bosch, de overname onder druk.

Pitten gaat uitstekend in het vliegtuig en al snel maak ik me los van Nederland en heb wel weer zin terug te komen in Canada en Alaska. Gebieden die ik al fietsend met Peter bezocht. Nu de “missing link”, van Dawson Creek naar Delta Junction nabij Fairbanks voor de Alaskan Highway. Omdat het zoveel kilometer is, niet minder dan 2.500 (!) hebben we wat ondersteuning. Het koken en de bagage zijn geregeld. Een mooie reden voor mij m’n hele foto-uitrusting mee te nemen. Ik dacht dat ik alles al had, maar toch is er een nieuwe tent de tas in geglipt. In Minneapolis kwam ik destijds met Peter business aan. We hebben nu wat tijd te overbruggen. De vlucht naar Edmonton gaat volledig aan mij voorbij. Ik moet wakker worden gemaakt voor de landing. Fietsen naar left luggage, pendelbus naar het motel, there we are. Het is twaalf uur ´s avonds, 24 uur onderweg. Nog een coke, een douche en een beetje WK.

11 juni 2006: EDMONTON

This is your wake-up call! Zeven uur. Televisie aan. Nederland-Servië Montenegro. Spannende pot met Robben in de hoofdrol, 1-0, mooie pot. Zwaar ontbijt, ze leren het nooit hier en we nemen de pendelbus naar de luchthaven. Fietsjes in elkaar en de eerste 4 km rollen onder ons door. Het is een bedrukte dag. We nemen de bus naar een enorme mall, werelds grootste wordt gezegd. Maar al lopend door zo´n mall kom je erachter dat zo´n mall eigenlijk niets is, behalve voor de massa. Van enige specialisatie is geen sprake. Edmonton is al even saai. Niets kan boeien en zelfs een aangenaam tentje zoeken is een opgave. We eten nog wat in het motel en gaan pitten. Morgen begint de vakantie echt!

Maandag 12 juni 2006: EDMONTON – DAWSON CREEK

Een snel ontbijt, zaakjes klaarmaken en de ontmoeting met de groep. Altijd even wennen als je die koppen ziet, maar wel aardige gasten. Iedereen heeft z’n fiets in de doos. Bagage inladen, onze fietsen op het dak en rijden maar. We verlaten de area Edmonton en rijden onder een dik wolkendek door de prairie. Ik herinner me nog een stel Oostenrijkers die ik in 1990 in Canada tegenkwam met Peter. Ze startten in Oost-Canada en vonden het een verademing in de Rockies te zijn. Ik heb het nu al!

We worden erop gewezen dat de fietsen niet goed staan. Shit. Mijn fiets ligt gestrekt op het dak en een pad is helemaal krom. Als dit maar geen gevolgen heeft. We lunchen bij Creek zoveel. Het is gek, maar het lijkt alsof ik gisteren nog in Amerika ben geweest. Met uitzondering van 2003 ben ik sinds 2001 ieder jaar in Amerika geweest. Volgend jaar weer met Paul op zoek naar de blues.

Dawson Creek is nog best een eindje rijden. Het weer is inmiddels heerlijk geworden, wel met een stevige wind, maar wel de goede kant op, als ie maar zo blijft morgen. Dawson Creek is het begin van de Alaska Highway en dat wordt natuurlijk breed uitgemolken hier.

Tentjes opzetten (m’n nieuwe tent staat prachtig), Tom maakt het eten klaar en iedereen rommelt wat! Het eten is heerlijk. Pasta, zalm, Alfredo saus, groene asperges en sla. Ik lees nog wat in een leuk boek over wijn en zoek m’n mandje op. Irma ligt al te pitten! Het blijft lang licht en het wordt eigenlijk helemaal niet echt donker. We zijn nog niet in berenland. De spulletjes zoals toilettas en eten mogen nog in de tent blijven.

Dinsdag 13 juni 2006: DAWSON CREEK – THE SHEPPERD´S INN

Vandaag de eerste grote dag. Ik was om 4 uur kort wakker, het was al licht, maar heb me nog even omgedraaid. 7 uur eruit, spulletjes opruimen en “gathering around the kitchen”. Cereals, goeie koffie, eitje met bacon, het gaat er wel in en het loopt soepel. Alleen even je eigen bord opruimen!

Om negen uur rijden we naar het Zero-mile punt van de Alaska Highway voor de gebruikelijke kiekjes! Daarna begint het echt. Het is prachtig weer, strak blauw, wat wind, het lijkt wel vorig jaar! Het landschap is nog niet interessant. Bossen, herten, maar toch best een hoop verkeer, groot vrachtverkeer! Het fietsen gaat best zwaar en soms moet best flink geklommen worden. De groep waaiert best flink uit elkaar. Wij rijden ook ons eigen tempo en laten de snelheidsduivels razen.

Pas tegen half twee lunchen we. Brood voldoende, lekker aan te kleden. Het is warm. Irma pakt het aankomende klimmetje met de bus. Verstandig, want ik bijt me er helemaal op stuk. De lunch galmt nog na en de directe overgang van werk, vliegen naar fietsen is met de dagafstand best pittig. In Fort Johnson gaan een paar naar de fietsenmaker of naar de AW voor een rootbeer. Bah, dat smaakt naar tandpasta, maar Govert vond dat destijds heerlijk. Ik tref Irma bij een Shell Station na nog een flinke klim. Gatorade, M&M’S, we zien wat groepsleden passeren. Irma heeft uiteindelijk bijna niets gemist, alleen het klimmetje en de benen worden moe. Gelukkig gaat de weg wat op en neer en The Shepperds Inn komt eerder dan gedacht. Moe, moe, moe, maar één troost, morgen leggen we 87 mile af!

Een douche frist me op, heerlijk om alle zonnebrand en zout van me af te spoelen. Ook het eten is heerlijk gewokt. Het lijkt erop dat we goed gekozen hebben. We drinken samen nog een koffie bij het cafeetje en ik schrijf wat. Eten en toilettas gaan de berenkluis in. Ik ga maar niet te vroeg slapen. Ik schrijf nog wat met links en rechts wat Deet tegen de muggen op onbedekte plekken. De benen voelen loom aan, morgen maar eens kijken hoe het ervoor staat. Cellphones doen het hier niet. Dat wordt rustig, maar moet ik wel even oplossen. Er speelt te veel op werk!

Woensdag 14 juni 2006  

Weer een pittige dag. Ik ben al 6.30 uur op en neem een kop koffie in het cafeetje. Irma doet er ook een mee. Iedereen rommelt wat terwijl Tom het ontbijt klaarmaakt. De mobiele telefoon werkt hier niet, dan maar met de oude vertrouwde telefooncel. Creditcardnummer, expiredate, telefoonnummer en de operator belt. “Hé Alexander” op de vertrouwde Bart-wijze. We praten even bij.  De pancakes smaken prima. Fietsen! We fietsen gezamenlijk op. Het is onverminderd mooi weer voor we het weten zitten de eerste 50 km erop.

Lunch van Tom. De tweede 50 gaan al een stuk moeilijker. Het gaat op en neer. Toch 1.500 klimmeters. Bij Irma verzuren de benen en ze neemt een lift. Ik ga door maar ga ook voor de bijl, een klein stukje. Lunch 2, maar het is al vijf uur. Ik besluit wel door te gaan. Irma pakt de bus. Het is klimmen, klimmen, klimmen met soms wat dalen.

Het weer begint te betrekken met onweer in de verte. De laatste 10 mijl liften we, al duurt dat nog even. Een local die met 140 over de weg heenscheurt. Hij heeft nog wat smakelijke beerverhalen. De natuur wordt al mooier, nu de bergen nog!

Het vertrouwde kamp inmiddels. Irma heeft de boel al opgezet. Lekkere douche, colaatje en eten. Wat heerlijk. Wraps met garnalen, sla en pasta. ´s Avonds waait het enorm. Onze tent houdt het goed, die van de anderen deuken flink in. ´s Avonds nog wat ouwehoeren. Best een leuke groep en van niveau en leuk om met Amerikanen op pad te zijn.

Donderdag 15 juni 2006

Vroeg op. Het heeft vannacht nog flink geregend maar ik slaap als een vorst. Lekker ontbijt en weg de heuvel op. Het is meteen flink klimmen en dat op de nog verterende maag. Het weer is bedrukt maar de eerste bergen komen in zicht. Het landschap wint aan kracht. De kilometers rollen gemakkelijk onder ons door. Voor we het weten zitten de eerste 50 erop, met een lunch. Even waan ik me in Asia. Tom heeft muggen verdrijvers branden. De muggen overdag zijn best vervelend maar verder is het heerlijk fietsen! Een easy day met nog een flinke bui tussendoor. Ook in de dinertent weten de muggen ons te vinden, ondanks het muskietengaas. ´s Avonds nog een blueberry pie, wat schrijven, lezen en naar m’n mandje.

Vrijdag 16 juni 2006

Het bekende ritueel, al prikten de muggen ook bij het ochtendgloren. Het is een nederzetting met veel tijdelijke huisvesting. De douche bevindt zich in een surrealistische gang met alleen wat peren, de gang is wel 100 meter lang met links en rechts alleen bedden. Het lijkt wel een legerkamp.

Irma en ik vertrekken. Op naar Fort Nelson, een stadje dat leeft van olie, hout en gas. Het weer is wat bedrukt. Mooi is het niet vandaag, het moet de komende dagen echt gaan komen. Irma slaat het laatste stukje over. Ik speer door en ik voel dat de beentjes meer in shape komen. Fort Nelson is een disaster, maar ja, wat moet je hier verwachten. Het hotel is wel aardig en al snel kom ik er al zappend achter dat Nederland, zei het moeizaam, Ivoorkust met 2-1 heeft verslagen! Ik douche me helemaal schoon en voel me lekker. We lopen de strip op op weg naar Dan´s, the place to be in Fort Nelson! Wel even lekker met z’n tweeën en een biertje dat gaat er wel in!

Vrijdag 30 juni 2006   KLUANE VILLAGE

Het is al weer even geleden dat ik geschreven heb. Ik was het schrijven over de niemendalletjes van de dag een beetje zat en kennelijk kost een groep ook tijd. Inmiddels komt het einde in zicht en voel ik toch de behoefte weer eens wat te schrijven.

De laatste dagen zijn prachtig. Na een rustdag in Whitehorse waar we hebben kunnen refuellen met zo’n 1400 km in de benen, internetten, dineren en goed kunnen uitslapen in het motel begon de dag met regen en dat op een centennial day met 100 mile te gaan. Irma is verstandig, neemt met een boek plaats naast Tom. Ik hijs me in m’n regengoed en ga. Op zich fiets ik best lekker maar lollig is anders. Kletsnat is het buiten. M’n kleding houdt me wel droog maar met 5°C is het gewoon koud. M’n bril beslaat steeds, dus het zicht is matig. Of er een beer de weg oploopt kan ik niet eens zien!

Na 20 mile staat Tom klaar met warme chocola, heerlijk onder de canopy. Hoewel ik wel door wil nokken de andere mannen en eigenlijk hebben ze wel gelijk, dit is geen vakantie. Diane blijkt wel door te willen en gaat. Ik vind dit wel apart, want zo houdt ze de hele groep in de tang want ze moet natuurlijk worden gesupport. We rijden 10 mile, stoppen, wachten etc. Het is koud in de auto, het koelt snel af. “Over 20 mile fietsen jullie ook weer”, zegt Diane. Een self fullfilling prophecy denk ik, want lollig in de auto is het niet, behalve dan de grizzly die we zagen oversteken. Aan het begin van de middag op 50 mile lijkt het op te klaren. Samen met Greg en Scott waag ik de gok. Het regent af en toe, maar ik ben warm en m´n motortje loopt mooi.

Landschappelijk moet dit de topday zijn, maar de wolken maken het onmogelijk. Op 70 mile wagen ook de andere mannen het en het landschap wordt dramatisch mooi: Besneeuwde toppen, wilde wolkenpartijen met hevige buien, regenboog. De laatste mijlen zijn best zwaar maar ik geniet. Dit fietsen is toch prachtig. Het eten smaakt prima en ´s avonds drinken Irma en ik nog wat in de bar. Wel even gezellig als je elkaar haast niet hebt gezien. De groep is leuk en het heeft voordelen maar volgend jaar gaan we weer lekker samen. Wanneer ik self supporting fietsers tegenkom gaat m´n hart toch sneller kloppen ondanks dat we nu meer kilometers maken!

De twee dagen naar Kluane zijn prachtig. Veel bergen met sneeuw, zonnig heerlijk weer en in Cottonwood een prachtige kampeerplek aan het meer. ´s Avonds begint het als een dolle te waaien, maar ons tentje houdt het goed. In Kluane lopen we Rosse tegen het lijf. Een tanig vrouwtje uit Wales die de wereld rondloopt. Ze is al een paar jaar op pad, heeft al haar vet verloren en wil voor oktober in Chicago aankomen om daar de marathon te lopen. Via Groenland en IJsland wil ze weer naar huis! Ze moet gek zijn om het te doen, maar doe het dan maar!

De week ervoor hebben we lekker gefietst. De benen en het lichaam zijn weer in shape gekomen. Ik vind dat zo lekker aan de fietsvakantie en gelukkig pak ik dat altijd snel op. De kuiten worden weer hard en gespierd en het buikje slinkt wat. Nog te weinig, kennelijk heb ik toch wat meer kilo’s erbij gesprokkeld dit jaar. Na de vakantie heb ik in ieder geval weer een mooie basis om structureel te gaan sporten. Ik denk veel aan Peter die thuis na een zware chemo weer op krachten probeert te komen. Het zal best nog een weg zijn om weer terug bij af te komen en weer gewoon de dingen te kunnen doen zonder erbij na te denken. Ik hoop dat hij er straks echt vanaf is. Gelukkig zijn de voortekenen gunstig en Peter blijft heel krachtig en doortastend in zijn revalidatie. Het is wat, hierover spraken we niet toen we 15 jaar geleden onze toekomstplannen bij een kampvuurtje bespraken. Ik hoop vurig dat we weer samen op de fiets kunnen zitten.

Met Jacqueline gaat het slecht. Ik sprak papa even. Het gaat sneller dan gedacht. Ze wil nog maar een beperkt aantal mensen zien. Ik denk er vaak aan.

Papa heeft Conan onder z’n hoede en dat is voor ons wel geruststellend. We denken dat we hem houden. De afgelopen maanden heeft bij mij geen enkele verbetering te zien gegeven en we houden van hem. Daarnaast merken we dat het gezond is iedere dag wat meters te maken en buiten te zijn en wat is het heerlijk om het weekend lange wandelingen te maken. Dat doen we te weinig.

De groep is wel een mooi span bij elkaar. Greg, regionaal journalist, vader van vier kinderen en boerenzoon, links, maar met een leuke kijk op de zaken en soms ongelooflijk grappig. Scott toonde tijdens het ontbijt zijn gel en dat staat volgens hem gelijk aan een appeltaart. Greg vond het meer iets voor “geriatrics” “so, here is your pie, easy to eat!” Scott is een ongelikte beer, smakt en mist empathisch vermogen, maar fietst wel hard. Hij vertelde dat zijn moeder nog had gevraagd of er leuke dames in de groep zaten. Diane vond hij te oud en bij Irma was hij bang dat Alexander heel hard zou gaan fietsen. Ross is 62 en volgens mij ontdekt hij nu dit leven. Hij verbaast zich erover hoeveel ik al overal gefietst heb. Hij heeft haast in zijn leven en ik vermoed dat hij niet helemaal lekker uit zijn werk is vertrokken. Het is een beer van een fietser uit San Diego.

Bram is huisarts en het afgelopen jaar uit een praktijk gewerkt. Een mooi figuur met zo z’n gebruiksaanwijzing, altijd als laatste klaar, maar zeer academisch en kan geestig uit de hoek komen. Als je bij golf een hole in one slaat moet je een rondje geven. Golfen doe ik nooit laat staan een hole in one slaan, dus daarom een rondje voor jullie allemaal.

In Muneko Lake zagen we de honkbal-wedstrijd van het jaar gezien. Op de kamer van Brian hebben we Greg en Brian zien zenuwen! Ze komen beiden uit Edmonton. In Edmonton hadden alle auto´s vlaggetjes!

Tot nu toe heb ik twee Bear encounters gehad. Een met Greg waarbij een zwarte beer langs de weg bloemetjes zat te eten. We reden er vlak langs en toen we omkeken keek hij ons na. Toch wel apart en ook wel schrikken. Ze bestaan dus echt. Een paar dagen geleden zagen Irma en ik een zwarte beer op grotere afstand die we wel tien minuten hebben kunnen observeren. Ze zijn zo lief, je wil er zo naar toe lopen en ze een knuffel geven. Maar de beren zijn geen zorg. We nemen ´s nachts onze maatregelen en ik heb er wel een half oog voor onderweg, maar vrezen doe ik ze niet.

De luchten zijn fantastisch. Eigenlijk blijft het 20 uur per dag licht en met name tegen het einde van de avond treden fantastische schouwspelen en luchtshows op! Het zijn werkelijk geweldige landschappen en ik fotografeer ze veel. Ook vanavond is het weer een waar schouwspel. Met het prachtige licht van de avond, de neons die branden. Fantastisch. Irma ligt al heerlijk in haar mandje.

De nieuwe tent uit Australië doet het uitstekend en gelukkig hebben we nu comfortabele thermaresten meegenomen. Ik slaap als een vorst. Dat was vorig jaar wel anders.

Nog een mooie van Greg. Als countryplaten teruggedraaid worden heeft iedereen zijn verloren liefde weer terug. Z‘n koe, z’n auto, z’n geld, kortom, het probleem wat wordt gezongen lost zich op.

Zaterdag 1 juli 2006

De regen tikt tegen het tentdoek. Heel gezellig, maar niet als je moet opstaan en binnen een uur wegzijn. Wel een verschil met zelf reizen. Maar ach, we fietsen wel! Irma zit niet helemaal lekker in haar vel. Ik merk het aan haar fietsen. Vaak verzitten, even stoppen. De eerste lunchstop is al na 20 mile. Het bekende ritueel met een verschil dat nu de vleeswaren en groentes op moeten. Het zou morgen maar eens op Amerikaanse bodem kunnen komen………

Irma pakt de sagwagon, wel verstandig, zonder kracht in de benen gaat het niet. Ik geef gas, passeer Diane en Brian en heb Ross in het vizier. Al snel zijn we allemaal bij elkaar, Scott heeft lek gereden. Bij de tweede lunchstop loopt een blackbear vrolijk rond, bloemetjes eten, het verkeer ontregelen. Van een veilige afstand slaan we het gade. Inmiddels is de zon weer gaan schijnen.

Op een stuk onverhard i.v.m. wegwerkzaamheden laat ik iedereen achter me. Met m´n 26” wielen dender ik overal overheen. De laatste 30 mile vliegen onder me door. In het grootste verzet en knallen. Alleen Ron volgt me en complimenteert me na afloop. “What a good pace!”

´s Avonds een hotel en we eten met elkaar. Ik schrijf nog wat. Irma ligt al helemaal rozig horizontaal. Ik hou heel erg van deze kleine plaatsen. De zaak wordt gaande gehouden met generatoren die lekker buiten staan te blazen. In de kroeg komen de locals samen, ouwe rock uit de jukebox. Voor de fietser ware oases! Wat dat betreft is fietsen in Amerika bij mij favoriet, in Zuid Amerika tref je dit ook wel, maar in mindere mate.

Zondag 2 Juli 2006

De zon staat al hoog, inpakken gaat wat langzamer vandaag. Tom heeft een doos worldfamous cinnamon bars bij het ontbijt. Lekker, maar het valt als een blok op mijn maag. Ik merk het bij het fietsen. Lichamelijke arbeid en rustig verteren gaan niet samen.

Het is klimmen geblazen en naarmate we hoger komen wordt het landschap schraler en de temperaturen kouder. Het klimmen gaat me inmiddels goed af. Irma trapt dapper door. Onderweg komen we mountainsheep tegen. Na het geklim is Irma af! En pakt de wagon, maar let wel, dat is na 80 km.

Ik rij door met Diane en Brian. Ross maakt tempo en knalt bij ons weg. Brian laten we al snel achter ons. Het is al 17.30 uur als we aankomen bij de lunchstop. Tom heeft besloten dat iedereen de wagon in moet. Scott en Ron zijn al voorbij en onderweg. We wachten op Brian. De laatste 30 mile zijn prachtig. We zien een zwarte beer maar die verdwijnt snel de bossen in. We passeren Scott en Ron. Mooi gezicht dat fietsen in een prachtige setting. Irma en ik eten samen in een herberg gerund door Zwitsers. We slapen als vorsten.

Maandag 3 Juli 2006

Een easy day in en rond de herberg. Ik fotografeer wat, Irma leest lekker en ´s middags kijken we naar otters. Heerlijke dag om op krachten te komen.

Dinsdag 4 Juli 2006

Een makkelijke dag. We starten laat, 50 mile, dat is niks meer. We klimmen boven het meer. Het ziet er prachtig uit. Tom is een mooie prater en lijkt het wel voor elkaar te hebben. Woont in Thailand, organiseert fraaie fietsreizen in Azië en Alaska, heeft net 30 Giants gekocht in Tapei die hij gaat verhuren. Hij kent de wereld als zijn broekzak en blijkt eigenlijk overal wel te hebben gefietst. Onderweg passeren we bizons, wilde. Wat een beesten. De hotsprings boeien me niet zo. Al dat gebaad met die lijven. ´s Avonds nog even een pie aan de overkant van de weg.

Woensdag 5 Juli 2006

Onze eerste Centennial. Ik bel Bart nog even. Het is prachtig weer en ik voel me perfect. Irma trapt ook lekker weg. Samen met Greg rollen de km´s onder ons door. Gelukkig zijn we wat vroeger gestart. Ik vind 9.00 uur wel eens wat laat. Irma zet na de eerste stop er flink de vaart in met Greg. Ik hou m´n eigen tempo aan. De dag is nog lang. Boven een diep dal lunchen we met 60 mile op zak.

Direct daarna een knal van een klim. Irma gaat kapot en pakt de sagwagon, maar ik vind het al knap, 70 mile, dat zijn dik 100 kilometers. Greg en ik fietsen verder. De wind tegen blijkt ons opeens goed gezind. De weg gaat wat naar beneden. We roetsjen door. Pats, een black bear langs de weg. Ze bestaan echt! We schieten erlangs. Als ik me omdraai kijkt de beer me aan. Wat een lieverd! In de laatste 20 mile slaat de vermoeidheid toe, maar we trappen door. Het is een prachtig landschap. Veel bos, enorme (spiegelende) meren en een mooie lucht. We betreden de Yukon. Nog een flinke klim en we zijn er. Irma heeft de tent al opgezet en is fris gewassen met nog natte haren. Ik douche de vermoeidheid van mijn lijf en een koude Cola smaakt prima. Irma en ik eten nog een pie met koffie. Ik maak nog wat sunset foto´s en we duiken ons mandje in.

Donderdag 6 Juli 2006

Een makkelijke dag. Het duurt even voordat iedereen bepakt en gezakt is met Brian als laatste natuurlijk. Irma en ik vertrekken als eerste. We rijden af en aan van de Yokon naar BC en terug! Hoewel het een korte dag is moeten de km’s wel worden gemaakt! We hebben prachtige vergezichten met in de verte sneeuw bedekte toppen. Watson Lake is zo’n streekplaats, geen zak te beleven met een sign post forest als gemaakte attractie. Wel lekker kleertjes wassen, internetten, biertje en vroeg slapen!

Vrijdag

Late start. We eten wat pannenkoeken in het restaurant en laden om 9.30 uur de spullen in. Als een peloton (dat steeds meer uitwaaiert) rijden we naar de grens tussen de Yukon en Alaska. Er zijn nog behoorlijk wat heuvels maar m’n benen zijn goed. De grensovergang gaat heel wat vriendelijker dan gebruikelijk wanneer je de VS binnenkomt. Geen foto, geen vingerafdrukken. Easy going!

De wegen zijn opeens beter, de mijlen worden weer aangegeven, maar het blijft op en neer gaan. We volgen de uitlopers van de heuvels met links de vallei en soms prachtige vergezichten. Irma voelt zich niet lekker en kruipt gelijk haar mandje in. De klok is een uur terug, dus de dag is lang. Tom brengt me na het eten nog even naar een douche. De kampplaats is prachtig aan een meer met een fraai zicht op de bergketen. De luchten lijken zich weer dramatisch te ontwikkelen dus dat kan weer fotogeniek worden.

Het loopt tegen het einde, nog een week en het is wel lekker dat we zaterdag thuis aankomen, dan hebben we zondag om te relaxen en maandag weer fris te beginnen. Het lekkere is dat dan de zomer begint, al blijkt Nederland al prachtig weer gehad te hebben. Nog twee dagen fietsen, maar ik moet het nu eens echt thuis doorzetten!

Tom heeft het allemaal fraai onder controle. Hij kent het leven hier als geen ander, weet ook veel van de zaken erom heen en is onvermoeibaar. Hij doet meteen hierna de bear-ride maar heeft daarna de tijd tot november, wanneer het Thailand seizoen weer begint.

Maandag

De regen tikt weer op het tentdak. Gezellig maar niet praktisch. De pancakes van Tom zijn weer heerlijk. Irma gaat zwaar vandaag. Niet helemaal lekker, een rommelende maag. De dag stelt niet zoveel voor, een kleine 60 mile. De omgeving is neutraal, veel bos en dennenbomen. De weg gaat op en neer. Toch is de hele vakantie aangenaam met als hoogtepunt de afgelopen week. Andere fietsvakanties kennen ook veel dagen dat het landschap weinig aantrekkelijk is. Toch hadden er naar ons gevoel meer landschappelijke hoogtepunten in mogen zitten. Maar ach, het buitenleven, het kamperen, het wildlife en goede voorzieningen maken het tot een heerlijk fietsland.

In de laatste kilometers worden we nog even overspoeld. Gelukkig richten we ons kamp droog in. Lekker douchen, een koude Coke, beetje ouwehoeren, zalm met pasta van Tom en ‘s avonds een biertje met Irma. Even lekker met Irma alleen. Later schuiven Tom, Brian en Diana bij. Een rondje extra, maar wel gezellig.

Dinsdag

De laatste Centennial, niet minder dan 109 mile. Tom heeft mijn verzoek ingewilligd. Pancakes, heerlijk een lekkere start. Al dagen rijden we op met vader en dochter op de tandem. Vertrokken uit Edmonton via de garagedeur. Ze ontbijten mee en proberen vandaag ook de centennial te voltooien. Dochter is twintig en een leuk sportief kind. Ze vond het wel lang, maar haar vriendinnen hadden gezegd dat als ze af zou stappen ze niet met haar zouden praten voor de duur van de vakantie. Geen keus dus.

We vertrekken vroeg en tikken de eerste 30 mile zo weg. Irma fietst gretig vandaag. Niet te hard? Lunchstop, loading carbs! Veel pindakaas dus. Het buitje zet niet door. 10 mijl, 10 mijl en nog 7. Lunchstop 2. Het gaat snel vandaag. De lunchstops zijn wel grappig. Iedereen knalt zijn fiets tegen de grond. Helmen af, handschoenen uit, boterham smeren, sportdrank aanlengen en verder wat rondlopen, bijna niemand gaat zitten.

Irma trapt nog steeds goed mee. Het landschap is echte toendra geworden en de wegen zijn kaarsrecht en plat, maar de wind zit tegen. Ik maak tempo en Irma rijdt in m’n slipstream mee.

Op 88 mile zit lunchstop 3, nog 19 mile te gaan. We vormen een “bus” met Brian, Diane en Ross en bereiken in mooie tred milepost 1., het eindpunt van de reis en tegelijkertijd de aansluiting met mijn Alaska-reis met Peter. Het punt kan ik me niet direct voor de geest halen maar ik ben er geweest.

Tom kookt heerlijk. Het bier smaakt goed en de benen zijn niet zuur. ´s Avonds bel ik pappa, Jacqueline is maandagmiddag overleden. Diep tragisch, ook voor Els. Ik heb er de afgelopen dagen vaak aan gedacht. Ik wist dat het einde naderde. Tegelijkertijd ook met Peter in gedachten en het feit dat we hier 14 jaar geleden langs gefietst zijn. Wij zijn een generatie doorgeschoven. Het sterkt me in mijn gedachte het leven te pakken nu het kan, lekker samen met Irma. Het weer kan zo omslaan. Tegelijkertijd weet ik dat ik leef, ik heb hier al voetsporen. Je zou ook kunnen zeggen dat ik in herhaling val.

Ik drink nog een biertje, geniet van mijn voldane benen en een goed gevoel over de reis, maar ben eigenlijk meer met m’n gedachten bij Jacqueline. Gelukkig geeft Peter positieve signalen af over zijn herstel.

Woensdag

Tom heeft cinnamonbuns gehaald. Hij blijft onvermoeibaar en maakt het ons echt naar de zin. Voor niets te beroerd en hij kent deze weg als z’n broekzak. Vandaag een shuttle naar Fairbanks. Diane wil gaan rijden, 90 mijl. Brian wil haar niet alleen laten gaan en Greg gaat uit rivaliteit “Red Deer” mee! Ze doen maar. We rommelen rustig onze spullen weg, helpen Tom wat en rijden op het gemak naar Fairbanks. De sferen komen me bekend voor, evenals de plek waar Peter lek reed! We willen Fairbanks in, maar raken aan het bier vanwege een flinke regenbui. ‘s Avonds eten we bij de Salmon Bake als afsluiter. Het afscheid gaat snel, maar wij hebben nog een dag.

Donderdag

Laat op, effe wennen in zo’n donkere kamer na vier weken 24 uur licht! Ook hier smaken de pancakes goed. We fietsen naar Beaver, de lokale outdoorshop en neuzen lekker rond. De creditcard doet wonderen, eten een broodje en maken onze bagage gereed voor vertrek.

We fietsen down town in, nou ja, dat stelt niks voor! Bij een leuk steakhouse vallen we binnen maar als bij het aperitief blijkt dat er geen alcohol in huis is staan we snel buiten! Dan maar de Italiaan aan de overkant!

In het avondlicht fietsen we naar Fred Meyers, de lokale Piet Klerkx. Niet voor Fred, maar voor Starbucks, maar de leuke mokken voorraad valt tegen.

‘s Nachts lig ik veel te woelen. Morgen is de begrafenis van Jacqueline, ik denk er veel aan.

Vrijdag

Vroeg op, snel ontbijt en een shuttle naar de airport. Die is natuurlijk te klein. Dan maar even fietsen. Fietsen de doos in en weg zijn we. Alaska, ik kom terug!