1997 Nepal: Gokyo Lakes en Kalar Patar

13 oktober 1997: 2.52 uur

Inmiddels is het 13 oktober 1997 en ben ik aangekomen in Bombay, Mumbay tegenwoordig. Een hotel geregeld door KLM. Ongelooflijk en te gek voor woorden wat KLM ons geflikt heeft. Per saldo kost het ons een ruime vakantiedag in Kathmandu en een hoop chagrijn. M’n ogen vallen nu dicht……..

15.42 uur: Vliegveld Mumbay

Net door het raam van de gate gekeken of ik een glimp van het koninklijk paar van Nepal kon opvangen………..nee! Het paar slaapt in ons hotel vannacht, het Lecla, vlakbij de airport. Na een nacht van krap 5 uur (het leek langer) startte een wat chaotische dag. Ontbijt, tickets regelen voor Mumbay naar Kathmandu en een citytour van KLM. Met een Suzuki scheuren we Mumbay door en kunnen een glimp opvangen van de drukte, viesheid, de armoe en de betere wijken.

Toch jammer dat we door toedoen van KLM twee dagen missen, eigenlijk drie. Zaterdag bijna 12 uur op de luchthaven hangen om met veel doordrukken zaken geregeld te krijgen, zondag blijken zaken weer niet te kloppen, maar komen we in ieder geval aan in Mumbay. Een aantal zaken zoals visa voor de reizigers van Askyraf blijken niet te zijn voorzien……… weer een paar uur verder, vandaag moet ons voucher weer worden omgewisseld. Maar straks begint de vakantie echt.

14 oktober 1997: Kathmandu

Inmiddels heb ik Kathmandu tot me genomen. Wat een heerlijke vriendelijke stad is dit. Aardige mensen, gezellige atmosfeer. Het lijkt een reis in de tijd. Middeleeuws aandoende huizen en straatbeeld.

Net verder kennis gemaakt met de groep in een Tibetaans restaurant. Het lijken allemaal aardige gasten. Tijdens het eten moesten de schoenen uit. Het zorgde voor nogal wat hilariteit, al die stinkende sokken. Gisterenavond aankomen in Kathmandu, een verademing. Frisser dan Bombay, alleen maar lachende mensen. Zo door de customs heen. De rit van de airport naar hotel was alsof we door een ghost town reden. De start van de vlucht in Bombay was indrukwekkend met krottenwijken rondom de startbaan. Zo heb ik het nog nooit gezien, echte diepe uitzichtloze armoe. Wat tijdens de vlucht opviel was dat Royal Air Nepal helemaal niets aan veiligheid doet. Het vliegtuig was overgoten met een koninklijk sausje. Op de heenvlucht was het Nepalees koninklijk paar naar Mumbay gevlogen voor een kort informeel staatsbezoek.

Als echte avonturiers zijn pappa en ik gisteren nog met z’n tweeën de stad ingelopen op zoek naar Durbar Square, het absolute centrum van Nepal. Door verlaten, diffuus verlichte straten, links en rechts wat straathonden, groepjes mensen en troep, heel veel troep. De stank vermengde zich soms met de kruidige geuren van smeulende kaarsen en  vuren. We liepen een zacht verlicht hofje op, een kleine tempel en verder stilte. Veel geritsel en gepiep. Het wemelde van de ratten. Snel terug naar de straat.

Durbar Square, geheel verlaten, maar geheimzinnig aangelicht. Een militair benadert ons. Na een kort gemoedelijk praatje (hij had voor de VN in Israël gezeten) keerden we per taxi huiswaarts. Een bier, een sigaar en wat pinda’s, twaalf uur, bedtijd.

Vandaag hebben we wat geslenterd door de straten en stegen van Kathmandu. ‘s Middags geluncht in de tuin van het Hotel Yak en Yeti en onze spullen georganiseerd. Van mij mag het lopen beginnen. Morgen vroeg op, een helikopter zal ons naar Lukla brengen.

15 oktober 1997

De eerste trekdag. Na een spectaculaire helikoptervlucht naar Lukla is het wandelen nu echt begonnen. Het weer is wat winderig en bewolkt, het pad naar Phakding is druk bewandeld. Sherpa’s met ± 30 kg. op hun rug. Op slippers, gympen, sokken, laarzen en soms blote voeten speren ze ons voorbij. De eerste hangbrug, het lopen is weer even wennen, de groep blijft nog behoorlijk bij elkaar. Veel doet me weer denken aan India. De geuren, de ijle lucht, het drukke van de start van een track. Goed om weer terug in de bergen te zijn. Vorig jaar is de vakantie behoorlijk in de soep gelopen………

De vlucht was enerverend. Een enorme vrachthelikopter van Gorka Airlines  met Russische piloten vol met vracht, wij mochten aan de zijkant plaatsnemen. De piloten scheerden over de bergkammen heen, rustig trekkend aan sigaretjes. De landingsstrip was kort en smal waar piloten op zicht moeten binnenkomen. Een helikopter lijkt me dan ook veiliger dan een vliegtuig.

In een lodge bereidde de keukenploeg een eerste maaltijd, er werd zelfs frites gebakken. Nu zitten we met z’n allen aan de thee, koffie en chocolademelk.

17 oktober 1997

Rondom de kachel acclimatiseer ik in Namche Bazar. Het is een gezellige lodge met kleine kamertjes. Het straatbeeld van Namche chaotisch.  Modderig, winkeltjes met allen hetzelfde assortiment: Kleurige truien, shawls en nep Gore-Tex. De Yaks denderen er doorheen. Jammer genoeg is ook een Herman Bakkerij te vinden met een hoog Duits karakter.

Vanochtend zijn we naar boven gelopen en zagen de Mt. Everest liggen. Een bezoekje aan het Everest-museum en verderop omhoog. Ik heb weinig last van de hoogte, alleen het tempo omhoog moet ik nog wennen. Bovenop hebben we wederom mooi uitzicht.

‘s Middags een douche, appeltaart en wat rondhangen. Gisteren vielen vooral de bruggen op. Hoog bungelend boven de rivier liep ik de planken over. Soms miste er een plank. Een stevige klim naar Namche terug ging me goed af. Nu wordt het eten voor ons klaargezet.

19 oktober 1997

Einde middag, lodge in Dole. Net een extra wandeling gemaakt naar een kam om hoogte te winnen voor het lichaam en vervolgens weer af te dalen. Toch alweer op 4.250 meter geweest. Dole ligt op 4.949m. Gelukkig heb ik weinig last. Nima komt aanlopen met het schaakspel dus ik moet op houden met schrijven.

22 oktober 1997

Warm in een lodge. Na een forse dagwandeling komen we met thee bij van de tocht naar Gokyo.

4.30 uur zijn we vertrokken. Sprookjesachtig maanlicht, geen wolken, vers gevallen sneeuwvlokken.

Pappa ging niet mee, hij voelde zich niet helemaal voorbereid. Ik heb me voorgenomen de Gokyo-piek niet te beklimmen en het te houden bij de Gokyo-meren. De tocht gaat lekker en ik twijfel bijna of ik niet mee omhoog ga. Toch maar niet. Ik heb sinds gisteren wat hoofdpijn en gevoelsmatig komt de top te vroeg. Samen met Mark en Casper beklimmen we een heuvel achter Gokyo en hebben uitzicht over het complete gebied. Met de verrekijker hou ik de groep in de gaten die naar 5.300 m. klimt. Ton komt terug, te zwaar!

De tocht terug is apart omdat we het ‘s ochtends in het donker gelopen hebben. De gevaarlijke plekken blijven gevaarlijk. Het is ook koud. Ik heb al mijn warmtekleding aan…..

De hoogtegewenning gaat redelijk, alleen moest gisteren Hans afhaken met alle symptomen van hoogteziekte. Terug naar Dole en wachten tot woensdag. Sneu maar wel het beste.

De dagen zien er steeds hetzelfde uit. Vaak tussen zes en zeven uur op, ontbijtthee op bed, half uur later ontbijt met iedere dag variatie: eieren gekookt, gebakken, gekookt, pannekoeken, chapeli’s, muesli en alle soorten pap. Eindeloos veel thee, koffie, melk, chocolademelk.

Vaak zijn we om 8.00 uur op de weg. De keukenploeg haalt ons in de ochtend in en serveert een complete 3-gangen lunch met van alles erop en eraan.

In de middag komen we aan in een lodge of kamperen als er geen plaats is. Wat lezen, dagboekje schrijven of wat kletsen. 3-gangen diner en na weer veel koffie en thee het mandje in.

In Namche heb ik met Nima (een sherpa) een schaakspel gekocht. Hij is bloedfanatiek en staat iedere keer met het doosje klaar.

24 oktober 1997

We zijn ingesneeuwd! Gisterenavond is het begonnen en vanochtend zei papa om 5.00 uur dat er al 20 cm lag.

Gistermiddag zijn we aangekomen om een dag te acclimatiseren in Phericke. Vandaag zit het potdicht met weinig hoop op morgen. Edwin werkt scenario’s door. Nawmy heeft vooralsnog weinig hoop.

Terwijl het merendeel van de groep naar de Himalaya River is geweest, hebben Frans, Perry, Peter en ik onder het genot van bier de tijd door weten te brengen. De Nepali, Nima en Coverski, de twee keukenmensen. Steeds meer Nepali kwamen erbij (aantrekkingskracht?). We showden ze foto’s van Nederland, het boek van Ronald Naar. Een hele gezellige sfeer rondom de kachel. Deze wordt steeds opgestookt met Yakflatsen en kerosine om de boel aan te jagen.

Gisteren was een mooie dag. Het eerste deel was behoorlijk steil en ik moest geen pas verkeerd zetten, want dan donder ik gelijk naar beneden. Pappa loopt als een hinde. Geen problemen met de conditie. De begrenzing ziet (voor iedereen) in het hoofd en in de hoogte. Het tweede deel was makkelijk maar hard. In Dinghoeke bezochten we een klooster. In vergelijking met India viel me het tegen. Tijdens de lunch was iedereen akelig stil. Een aantal zeker? Casper heeft te laat aangegeven dat hij problemen heeft en waggelt achter de groep aan. ‘s Avonds gaan we op zoek naar bier, maar 19.30 is Phericke uitgestorven. Alleen het gestommel van in slaap vallende trekkers is hoorbaar. Pappa ligt lekker warm opgeborgen in zijn slaapzak als ik tegen kinderbedtijd de kamer betreed.

De afdaling van Macherowa was prachtig. Strak blauwe lucht, heerlijke zon, alle toppen zichtbaar. Onderweg zag ik een veel bedreigd rendier. Zo makkelijk te benaderen, tot wel vijf meter.

In Pheso hadden we een gezellige lodge, maar de muizen liepen over de vloer en ‘s nachts hoorden we ratten door de kamer lopen.

Nu zitten we gezellig in de laatste lodge van Phericke. Buiten zit het potdicht. De olielamp is net binnengebracht en iedereen zit wat te lezen.

Momenteel neemt Edwin de scenario’s door met Nawany. Sneeuw is niet normaal voor de tijd van het jaar, het lijkt alsof de winter vroeg invalt. De Himalayaan weet ons te vertellen dat het weer steeds slechter is geworden de afgelopen week en dat er sneeuw ligt tot en met Namche. Wait and we will see!

25 oktober 1997

Einde middag, binnen in de lodge. Een teleurstellende dag. Prachtig helder weer, blauwe lucht, zon en een wit bedekt landschap. Schitterend voor een tocht richting Kala Patar. Al bij het opstaan voel ik me niet 100%. Geen zin in eten (gisteravond ook niet) en een algeheel zwak gevoel en kiespijn. Misschien wel daardoor. We lopen verder het dal in. Pappa gaat ook mee, de omstandigheden zijn te mooi om dit te laten lopen. Edwin heeft voldoende sherpa’s om pappa te laten afdalen. Een helikopter gaat hier op en neer om mensen op te halen (mensen met bevroren ledematen naar later bleek). Ik kom moeilijk in mijn ritme. De ademhaling krijg ik niet op orde en op gegeven ogenblik moet ik afhaken en rust nemen op een rots. Het zweet brak me uit en ik zie langzaam het licht uit mijn ogen verdwijnen. Even zitten helpt. Misschien is het honger. Inmiddels ben ik bij de groep terechtgekomen. Ik eet een Mars en probeer verder te komen. Het lukt niet en ik moet terug. Pappa en Haway begeleiden me. Ik slaap goed, heb geen koppijn, plas liters per dag en eet over het algemeen goed. Maar het lijkt duidelijk hoe het komt, een ontsteking achter de verstandskies. Ik start een pillenkuur.

Terug in de lodge praten we met een Nederlander die is gegrepen door AMS. Ik ben blij dat ik beneden ben. De oorzaak is ook snel boven. Eenieder boven de 2700 die gezond is kan dit krijgen: High Altitude Syncope, hoogte collaps. Zonder voortekenen kan bewusteloosheid toeslaan door een samenloop van factoren. Na wat lemontea ben ik mijn slaapzak ingekropen, daar voel ik me het beste.

Van Nepali ga ik houden. Ze zijn zo vriendelijk, behulpzaam en goedlachs. Gisteravond hebben we gedanst met de sherpa’s. Met mond en klappen produceren ze een heel kenmerkend geluid en dansen er enthousiast bij. Ondanks hun echt armoedige omstandigheden stralen ze blijdschap uit. Haast onvoorstelbaar voor ons. Overmars is in z’n nopjes met het schaakspel.Truus kijkt steeds verliefd naar me (Overmars liep vanochtend hard achter me aan om te vragen of ik het schaakspel had. Hij ging direct terug om het te zoeken). Truus gaf het me op de weg terug. Opa lacht heel vriendelijk en danste gisteren een behoorlijke partij mee. Nawang schijnt verliefd te zijn en heeft een hele grote feestelijke muts met bont gekocht. De keukenboys komen steeds meer los.

Ik heb het goed naar mijn zin, ook in de groep. Pappa en ik, Edwin, Perry, Ton en Monique zijn de smaakmakers. De rest zit er wat stil bij. Ook met de sherpa’s heb ik goed contact. Nu wacht ik alweer anderhalf uur op een pannekoek. Pappa krijgt net plain rice geserveerd. Het maakt allemaal niet uit. De gastvrouw is een schat. Ze stookt steeds de kachel op en heeft het TL tje ingeschakeld………….

27 oktober 1997

Kwart over drie, met z’n allen in de dinerkamer van een lodge in Debocha, familie van Nawang. Lucht, een muziekje en warmte. Waar halen ze de energie vandaan. Net pillen genomen voor de kloppende kies achterin. Ik voel me er ook niet erg lekker bij. De afgelopen dagen dacht ik dat het over was, maar vannacht werd het erger. Ach, tandenpoetsen, nee ach wat thee, nee, ach een ontbijt, nee. Ik voel me niet goed. Ho, Nima komt aanlopen met het schaakspel…………

Zo, 4-1 voor Nederland. Inmiddels zijn wat biertjes aangerukt. Niet voor mij. De lodge waar we zitten is prachtig. Net voor Tengpoche, ruim opgezet, gezellige dinerruimte.

Vandaag was een prachtige tocht, weliswaar naar beneden, maar fantastisch pad langs de rivier, zon, langzamerhand naar de boomgrens en een prachtig uitzicht op de Ama Dablam. Achter Edwin loop ik naar beneden. Edwin neemt vele foto’s van de Ama Dablam, ik volgde zijn voorbeeld. Ook de brug naar Deboche is spectaculair.

Gisteravond was ik toch best teleurgesteld dat ik niet mee kon naar de Kalar Patar. Alle verhalen, de vermoeide gezichten, het gevoel van inspanning. Maar goed, ik kan er weinig aan doen. En ik weet hoe het voelt in India.

Gistermiddag heb ik met Frans en Hans (beiden zijn teruggekeerd van Lobuche) met de keukenploeg en wat sherpa’s een hoop lol gehad. Ik mocht foto’s van hen maken maar moet ze wel opsturen naar ze. We praten over van alles met ze. Ik leer Nepalese liedjes en ik leer ze ook over Overmars. Ik probeer ze uit te leggen dat Nederland onder zeeniveau ligt. Ik weet niet of de boodschap is aangekomen. Alle namen en plaatsen waar ze wonen plus leeftijd heb ik zo goed mogelijk in mijn hoofd geprint.

Edwin komt net binnen. Met hem heb ik een goede band. We lachen veel en lopen samen veel op. Beiden hebben we denk ik dezelfde ervaringen qua reizen.

Ondanks dat ik de top niet heb behaald, heb ik het prima naar m’n zin. In de groep zitten een aantal stellen, maar met pappa, Edwin, Monique en Ton en niet te vergeten Perry en Frans maken we de sfeer.

28 oktober 1997

Een hele leuke lodge in Namche. Mooie kamer met uitzicht over het stadion van Namche tegen de bergen. De tocht hier naar toe was mooi in slecht weer. Na het ontbijt liepen we over een glad pad met verse sneeuw naar Terykorte, een klooster met geschiedenis. Monique herinnert zich nog dat dit klooster in 1989 afgebrand is. Wederom in vergelijking met India, maakte het weinig indruk op me. Via een spectaculair pad lopen we naar beneden. Ik voel me prima en ouwehoer wat af met Edwin. Het zit potdicht maar het geluid van de rivier komt steeds dichterbij. We steken de rivier over en klimmen wat we gedaald hebben. Het trekt een beetje open. We lunchen op de weg naar Namche Bazar, in een mooie lodge, maar daarna begint het. Het trekt helemaal dicht en het gaat sneeuwen. Het pad naar Namche, bijzonder smal naast een afgrond, wordt een glibberpartij.

Gelukkig hebben we op de heenweg de bergen optima forma gezien. Nu is het warm aankleden, Gore Tex aan, capuchon dicht en hobbelen! We zitten achter een kudde yaks en krijgen geen gelegenheid ze te passeren. Het is echt goed oppassen geblazen maar tegelijkertijd amuseer ik me kostelijk. Hier loop ik dan in de Himalaya in oktober in een sneeuwbui met m’n vader zonder dat we ook maar iets van het land zien. De weidjes worden ommuurd.

We komen in Nameke aan. Wat daar gebeurde, het leek wel een filmset. Het was zo’n blubberzooi, iedereen, ook andere groepen, zwabberden door de modder, veel hilariteit. Plots tijdens het modderbad word ik aangestoten, ik kijk verschrikt om en sta oog in oog met een yak, op vier poten glibbert hij door naar beneden. Ik zie de lol er wel van in, op de been blijven in deze brei, een modderbad en dan een valpartij, dat wenst niemand zich met de minimale kleren die we bij ons hebben. Een hele kudde yaks mengt zich in de soap. Een scrimmage volgt. In fel gekleurde Gore-Tex pakken zoeken we een veilig heenkomen tussen de slippende yaks.

Nat, maar van binnen droog bereiken we de lodge in Namche, een mooi heenkomen voor twee dagen. Inmiddels is het 20.00 uur. We zitten allemaal wat te lezen in de gemeenschappelijke ruimte van de lodge. Het lijkt wel een stiltegebied.

Gisteren was een oergezellige avond. De lodge was prachtig. Muziek uit “onze” tijd, veel U2, Police. De sfeer was haast ontladen, lekker warm, de Nepalezen rondom ons heen. ‘s Avond kon volgens mij eenieder de slaap moeilijk vatten. Kuchen, hoesten, verdraaien. kzelf kan de slaap ook moeilijk vatten.

29 oktober 1997

Een prachtige dag om de omgeving van Namche Bazaar. De dag begon laat met bedtea om 7.30 uur. De voorraden eten zijn weer aangevuld en dat is te merken ook, vooral gisteravond bij het avondeten: Vers Yakvlees.

We lopen naar boven, dat ging makkelijker dan 12 dagen geleden. 500 meter per uur over een behoorlijk steil pad. Waar we vorige keer stopten gingen we nu door richting Everest View Hotel. Dit hotel leek wel een Oostblokklomp. Een stenen trap naar de ingang, donkere vertrekken zonder iets van gezelligheid, koud, maar het uitzicht is fantastisch. Strak blauwe lucht met naast elkaar de Thammerko, Aba Dahlam, ………en de Everest.

Daarnaast geeft het een leuk overzicht van de reis. Phor is zichtbaar, het knooppunt van de tochten richting Gokyo en Kalar Patar. Een colaatje is geeneens astronomisch duur en we vermaken ons wel met verrekijker en camera. We glibberen door naar Khujung en wat zien we daar: een bakker. Het leukste deel van de groep strijkt neer voor een flinke vreetpartij. Iedereen gaat behoorlijk te keer. De bakker is er neergezet als ontwikkelingsproject en bakker de Groot uit Purmerend is in het kader van PUM (Project Uitzending Managers) aanwezig om Nepalezen te leren bakken. Volgende week starten ze in Namche. Met gevulde magen bezoeken we het klooster en lopen door naar Kinde. Het zijn dorpen met een totaal ander karakter. Niet toeristisch.

31 oktober 1997

Tijdens een reis zoals deze doe ik zoveel indrukken op. Alles zou ik wel willen vastleggen. Soms doen de dorpen en vooral de mensen me denken aan Bolivia. Geef de vrouwen een bolhoedje en je bent er. Zou het zo kunnen zijn dat mensen die in soortgelijke omgeving wonen op gelijke afstand van de evenaar inderdaad op elkaar lijken?

Ik realiseer me dat ik in deze vakantie zeer primitief leven heb gezien. Primitiever dan ooit. In India heb ik het ook wel gezien, maar toen waren de dorpjes en de contacten sporadischer. Vaak geen riool, ergens in het dorp is stromend water (ontwikkelingsproject) of men schept het uit de rivier. Geen elektriciteit, of het moet een project zijn met een stuwmeer zoals in Namche. Veel mensen leven hier autarkisch, wat vee, aardappels en andere groente, water en dat is het dan. Rijst is een luxe en moet uit de Tarai komen.

Toerisme brengt geld in het laatje. Lodges en verkoop van nep buitensportartikelen en versnaperingen is de enige economische activiteit. Sherpa’s zorgen voor het transport. Paden is de enige vorm van infrastructuur. Van gezondheidszorg is geen sprake en voor zover eventueel aanwezig zeer basic. De zorg hangt eigenlijk af van vrijwilligers. Voor zover ik heb kunnen zien zijn er geen schrijnende toestanden. Wellicht, zoals in Bolivia, wordt het leed geleden in afgelegen dorpen dieper de bergen in. Wat mij bovenal vrolijk maakt is de glimlach, de vriendelijkheid, de zachtaardigheid van de Nepalese mensen. Op den duur zal het te onderdanig zijn, maar ik heb nog geen kwade Nepalees gezien. De Tibetanen daarentegen zien er wild en doorleefd uit, mensen waarvoor je opzij gaat.

Gisteren heb ik een tijdje in de keuken gezeten in de kelder van de lodge. Met bescheiden middelen (geen oven) bakten ze een appeltaart. Wat groen uit de achtertuin en een heerlijk geurende soep is het resultaat. De kok heeft het voor het vertellen met 2 mannen en 2 vrouwen onder zich. Zij wassen, doen de afwas, boenen de aardappels. De kok doet het snijwerk, houdt de petroleumvergassers gaande en plant wanneer wat in de pan gemikt wordt. In de bewoonde wereld wordt de maaltijd vaak gecompleteerd met yakvlees, eergisteren zelfs met lever.

Doorgaans eten we dahl: rijst met groente en linzen. Als variatie (of als tegemoetkoming aan de Hollandse smaak) worden frieten gebakken en ketchup toegevoegd. De yakkaas ging gedurende de vakantie steeds ouder smaken!

‘s Ochtends omeletten, chapati’s of pannenkoeken, jam, pindakaas en niet te vergeten pap en met eindeloos veel koffie, thee en chocolademelk.

De lunch werd altijd ingeleid met hete ranja, hier een delicatesse. De lunch vaak aardappels, wat ingeblikt vlees en groente. Toe thee.

Diner: Soep met kroepoek of popcorn, diner zie lunch, aangevuld met rauwkost en toe blikvruchtjes. Daarna weer eindeloos veel koffie, thee en chocolade.

Ik merk dat iedereen uitgelaten is. De tocht zit er op, de gang naar de geciviliseerde wereld is ingezet. De stillen blijven stil, maar de lawaaiigen onder ons inclusief mezelf praten en zingen honderduit. ‘s Avonds een biertje erbij, het werkt pretverhogend.

De laatste avond in Namche zijn we onvervalst uit geweest. De avond breng ik al bierend met Edwin door. Wij bepalen welke muziek wordt gedraaid:veel Police en Pink Floyd. Twee mooie Nepalese dames trekken de aandacht aan het Poolbiljart. Naway probeert avances te maken. Direct staan er twee zware jongens naast ze. Dames als blikvangers.

De terugtocht vanuit Namche was mooi. Gisteren sneeuwde het en zat het potdicht. Dichtgesnoerd in Goretex, fleece aan en glibberen maar. Wonderwel valt de modderpartij mee, de bruggen blijven spectaculair en voor we het weten staan we buiten het Nationale Park. Een light lunch volgt en we stijgen en dalen naar Phakding. Het weer klaart wat op en met een zonnetje in de rug wandelen we de burg van Phakding over. Een soort Halloween is gaande. Kinderen gaan verkleed door de straten en vragen daarvoor wat geld.

Vandaag zijn we afgedaald naar Lukla in afwachting van het feest vanavond. Eerlijk gezegd kan ik me de heenweg niet zo goed meer herinneren.

1 november 1997

Een uur of zeven ‘s avonds en weer zoveel indrukken. Net liepen we door de straten van Kathmandu, Thamel, het nieuwere gedeelte. Overal winkels met tapijten, muziek, en andere rommel. En er is een festival gaande. Onderweg zien we Perry, Frans en Pieter lopen. Toch leuk dat je daar dik twee weken mee opgeschoten bent. Het vuurwerk knettert ons rond de oren, vaak opgeblazen strijkers, soms siervuurwerk. Het is het moderne deel van Kathmandu, veel uitbundiger dan het oude. Overal hangen T-shirts met de ogen van Boeddha.

Vanochtend was gewoon een hele gave ochtend! De luchthaven van Lukla, 7.00 uur aantreden voor ontbijt. Voor de laatste maal rijstepap, chapati’s en sloten thee en koffie. We lopen naar de luchthaven. Boven op een uitkijkpunt wachten we de vliegtuigen af.. Twee uur lang geen vliegtuigen en opeens een helikopter, nog een, twee Russen, achter elkaar komen ze binnen. De luchtleiding toetert, vijf minuten later arriveert het toestel, politiemannetjes proberen de baan vrij van mensen en dieren te houden met een hoop gefluit. Kerosine dampen, de vliegtuigen hangen hoog boven de landingsbaan en duiken naar beneden. Vol in de remmen. De helikopter stijgt op en door de roterende bladen waait zowat alles weg. Het kan hier allemaal. Onze Gorka komt om 11.00 uur aangeschroefd en de Russen Boris en Pjotr in zwarte leren jacks met dikke buiken zetten hem aan het eind van de landingsbaan met de neus naar de bergen. De vlucht gaat snel en binnen het uur staan we op de Domestic Terminal van Kathmandu.

Binnen een mum van tijd sta ik onder de douche me schoon te wassen. Een Fish and chips in de tuin van het hotel, een loop door Kathmandu, zoals beschreven een aperitiefje, het buffet van Yak en Yeti en nu lig ik op bed en voel me tweeslachtig. Enerzijds zin om morgen naar Bhaktapur en de Bodnath te gaan en ook weer huiswaarts te keren. Zin in werk, zin in het normale leven, zin in mijn appartement.

Stiekem vind ik het jammer dat de trek erop zit en denk al aan volgend jaar: Pakistan dat lijkt me een mooie bestemming. Dan rond ik de Himalaya mooi af, India, Nepal, Pakistan. Edwin is er geweest en hij heeft me al uitgenodigd dia’s te komen bekijken.

Gisteravond was het feest goed. In een korte speech bedankte ik Edwin als vakantiegenoot voor de geslaagde trekking. Naar aanleiding van mijn woorden bedankte hij ons voor de goede tocht en zei dat hij zich een radartje in het geheel voelde. De fooien voor de dragers, keukenploeg en de dragers, bij iedere uitdeling ontvingen ze een luid applaus. Onze afgedankte spullen maakt Monique op tot een tafel! Oude Nema, al behoorlijk dronken, zag pappa’s regenpak en riep aaaaah. Zonder loten gaven we het aan hem. Deze middag had ik het schaakspel al aan Nema gegeven. Nou maar hopen dat hij het niet verpatst. Eenieder mocht een lootje trekken en wat uitzoeken. Nema nam mijn shawl. De avond werd al dansend en bierend voortgezet. De lokale John Travolta inclusief vetkuif kwam nog binnen en tegen tienen was het feest afgelopen.

Die middag maakten we nog een wandeling langs de landingsbaan van Lukla en zagen de wrakstukken van een mislukte landing. Tja, het luistert allemaal heel nauw, een menselijke fout………… Nu is het vliegtuig in gebruik als opslagplaats voor hout. Lopend door Lukla bereidde ik mijn speech voor.

De keukenploeg maakte van “het laatste avondmaal” een feestmaal. De laatste vier dragers zaten er ook bij, maar voor hen geen borden. Wij schuiven yakvlees door aan hen. Luid smakkend werkten ze alles in no time naar binnen. Wodka en Rum, twee broers! Vier kleine mannetjes achter een grote pot bier!

2 november 1997

Een mooie dag. ‘s Ochtends vroeg op, een heerlijk ontbijt in Yak en Yeti, en de taxi in na het gebruikelijke onderhandelen. De weg is rommelig, maar wel sfeervol, zeker met de heuvels en de witte sneeuwtoppen op de achtergrond.

Bhaktapur was prachtig, haast middeleeuws. Omdat we zo vroeg zijn, zijn er geen toeristen en wandelen we in een volkomen ander decor uit een andere tijd. Veel houtsnijwerk, mensen met handelswaar, kippen, ganzen, eenden, slagers, meisjes die graan waaieren, een kip wordt geslacht.

Vandaag is festival day, Thula day, brother and sister day. Langzaam aan druppelen meer toeristen Bhaktapur binnen, maar opvallend is het nooit. Op een dakterras drinken we wat en hebben uitzicht over Bhaktapur, de vallei, de bergen en de witte toppen. ‘s Middags rijden we door naar de Bodnath, de grootste stuba van Nepal. Met de bebouwing erom heen is een plein ontstaan. Voor het eerst worden we geconfronteerd met bedelaars met lepra en andere minder prettige ziekten.

De Bodnath is mooi. De ogen van Boeddha heb ik altijd al willen zien. De gebedsvlaggen en het uitzicht maken het allen maar vrolijker. Ik voel er veel voor hier snel terug te komen. Nepal heeft veel te bieden. Misschien moet ik het maar eens fietsend gaan bekijken.

‘s Middags probeer ik foto’s te laten ontwikkelen maar tegen 17.00 uur is er nog niets gebeurd. Ik besluit al mijn rolletjes mee te nemen naar Nederland, ondanks allerlei beloften van “bring to hotel”.

‘s Avonds eten we in de Rum Doodle Bar voor het laatst met de groep. Je merkt dat iedereen al aan het afscheid nemen is. ‘s Avonds val ik moe maar tevreden in slaap.

3 november 1997

De dag van het vertrek. Tas pakken, uitgebreid ontbijten, uitchecken in het hotel en inchecken op de vlucht. Het gaat allemaal snel en voor ik het weet ben ik op weg naar Delhi.

Onderweg heb ik prachtig uitzicht op de Himalaya Range totdat de smog van Delhi me het zicht ontneemt. Weerzien met Delhi. Dik drie jaar geleden begon en eindigde mijn eerste trekking hier. Gezien de tijd tussen de twee vluchten besluiten we Delhi in te gaan. Prepaid taxi, bedelaars aan het raam en we worden afgezet op Connaught Place, het moderne centrum van Delhi. We lopen een rondje en strijken neer in Gaylord, een restaurant waar ik drie jaar geleden met de HT groep eindigde. Tandoori chicken smaakt me weer prima en het bier trouwens ook. Terug in de taxi besef ik me hoe leuk vliegen is. Van Kathmandu naar Delhi, even uitstappen en morgen Amsterdam.

Bij het inchecken zegt een KLM medewerker dat onze stoelen niet gereserveerd zijn. In een mum van tijd toon ik ons bewijs. Hij zal ons alsnog inchecken. Doodziek word ik van de KLM. De vlucht is trouwens door mist op Schiphol 3 uur vertraagd. Kan gebeuren!